9. Bediening
Neem het apparaat pas in gebruik wanneer u zich met de functies en met deze gebruiksaanwij-
zing vertrouwd hebt gemaakt.
Controleer nog een keer of alle aansluitingen correct zijn.
Houd er rekening mee dat geluidregelaars die sterk zijn opengedraaid, van de versterker ook al
bij gemiddelde volumes een zeer hoog uitgaand vermogen vragen waardoor deze al gauw over-
stuurd raakt. Dit komt tot uiting in vervormingen die schadelijk zijn voor de luidsprekers.
Let bij hogere volumes en/of ver opengedraaide klankregelaars daarom of er vervormingen ont-
staan en draai in dit geval direct de volume- of klankregelaar terug om beschadiging van de
luidsprekers te voorkomen.
a) Algemeen
(1) Toets POWER
Met deze toets wordt de versterker in- en uitgeschakeld.
Stand ON > apparaat is ingeschakeld, stand OFF > apparaat is uitgeschakeld.
(2) Indicator FUNCTION
Deze indicator geeft de gekozen audio-ingang aan.
Als de volume-instelling wordt veranderd, geeft deze indicatie het volumeniveau optisch weer.
De indicatie keert na korte tijd terug naar de weergave van de gekozen audio-ingang.
73