Reglementair gebruik
Toepassingsgebied
_ Voor het irrigeren en gieten van plantsoenen,
groentebedden en tuinen
_ Voor de werking van gazonsproeiers
_ Met voorfilter voor het ontnemen van water uit
vijvers, beken, regentonnen,
regenwaterverzamelbekken en putten
Transportmediums
_ Voor het transport van helder water (zoet water),
regenwater of licht wasloog/water voor industrie
of landbouw.
_ De maximale temperatuur van de
transportvloeistof mag in het continue bedrijf
+35°C niet overschrijden.
_ Met dit apparaat mogen geen brandbare, gas
lekkende of explosieve vloeistoffen getransporteerd
worden.
_ Het transport van agressieve vloeistoffen (zuren,
logen, uit silo's sijpelend sap enz.) en van
vloeistoffen met abrasieve stoffen (zand) moet
eveneens vermeden worden.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander
verder gaand gebruik is niet reglementair. Voor
daaruit voortvloeiende schade of verwondingen van
welke aard dan ook is de gebruiker/bediener, niet
de fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen
overeenkomstig hun bestemming niet
geconstrueerd zijn voor commercieel, ambachtelijk
of industrieel gebruik. Wij geven geen garantie
indien het gereedschap in ambachtelijke of
industriële bedrijven alsmede bij gelijk te stellen
activiteiten wordt gebruikt.
Vóór ingebruikneming
Aansluiting van de zuigleiding
In principe raden wij het gebruik van een voorfilter
en van een zuiggarnituur met zuigslang, door
stenen en vaste vreemde voorwerpen te
verhinderen.
_ Een zuigslang (kunststofslang minstens 3/4" met
spiraalversterking) rechtstreeks of met een
draadnippel aan de zuigaansluiting (1" IG) van
de pomp schroeven (n°3)
_ Het is aangeraden om de gebruikte zuigslang
van een zuigklep te voorzien. Indien de zuigklep
niet kan worden gebruikt, is het raadzaam om in
de zuigleiding een terugslagklep te installeren.
_ De zuigleiding van het wateraftappunt naar het
apparaat stijgend leggen. Vermijd absoluut om
de zuigleiding te leggen boven de hoogte van de
pomp; luchtbellen in de zuigleiding vertragen en
verhinderen het aanzuigen.
_ Zuig- en drukleiding moeten zo worden
aangebracht dat ze geen mechanische druk
uitoefenen op het apparaat.
_ De zuigklep moet diep genoeg in het water
liggen, zodat een droogloop van het apparaat
wordt vermeden doordat de waterstand daalt.
_ Een ondichte zuigleiding verhindert door lucht
aan te zuigen dat er water wordt aangezogen.
_ Vermijd zeker het aanzuigen van vreemde
voorwerpen (zand etc.). Desnoods moet een
voorfilter worden aangebracht.
Aansluiting van de drukleiding
_ De drukleiding moet direct
of via een schroefdraadnippel worden
aangesloten aan de drukleidingaansluiting (1" n°1)
van het apparaat.
_ Tijdens het aanzuigen moeten de in de
drukleiding voorhanden zijnde afsluiters
(spuitmondstukken, kleppen etc.) hMASTER
PUMPSaal
opengedraaid zijn zodat de lucht vrij uit de
zuigleiding kan ontsnappen.
Elektrische aansluiting
_ De elektrische aansluiting gebeurt aan een
wandcontactdoos met aardingscontact 230 V ~
50 Hz, ampérage van de zekering minstens 10
amp.
_ Het in- en uitschakelen gebeurt met behulp van
de ingebouwde schakelaar.
Bediening
_ Het apparaat opstellen op een stabiele, vlakke
en horizontale standplaats.
_ Pomphuis via de vulschroef (4) vullen met water.
Door de zuigleiding te vullen wordt het
aanzuigen versneld.
_ Drukleiding openen.
_ Netleiding aansluiten. Een « ON/OFF »
- het aanzuigen kan bij max. aanzuighoogte wel
5 minuten duren.
_ Indien de pomp na gebruik weer wordt
verwijderd moet bij de volgende aansluiting en
ingebruikneming zeker water worden bijgevuld.
Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat
beschadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant of
diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
9