Voorafgaande instructies
1. Voordat u een veiligheidslijn gebruikt, is het voor de
gebruiksveiligheid en de doeltreffendheid van het materiaal
doorslaggevend kennis te nemen van deze handleiding en
zich te houden aan de erin beschreven instructies. Deze
handleiding moet men ter beschikking stellen van elke
gebruiker. Bijkomende exemplaren zijn op aanvraag
beschikbaar.
2. Voordat men dit veiligheidsmateriaal in gebruik neemt, is het
noodzakelijk een opleiding gevolgd te hebben betreffende
het gebruik ervan. Controleer de staat van de samenstellen-
de
elementen (harnassen, koppelingen). De levensduur
bedraagt 5 jaar.
3. De desbetreffende uitrusting mag alleen door een opgeleid
en bevoegd persoon gebruikt worden of onder toezicht van
zo'n persoon.
4. Als de lijn in een schijnbaar slechte staat verkeert of gediend
heeft om een val te stoppen, dan moet het geheel door
Tractel of door een bevoegd persoon gecontroleerd worden,
deze persoon moet schriftelijk het gebruik van het systeem
goedkeuren.
Een visuele controle vóór elk gebruik is aanbevolen.
5. Wijzigingen of toevoeging aan de uitrusting mag alleen
gebeuren met het voorafgaand schriftelijk akkoord van
Tractel. De uitrusting moet getransporteerd en opgeslagen
worden in haar oorspronkelijk verpakking.
6. Elke lijn die tijdens de voorafgaande 12 maanden niet gecon-
troleerd werd, mag niet gebruikt worden, maar moet vernie-
tigd worden of gecontroleerd worden door een bevoegd per-
soon die schriftelijk het gebruik ervan goed moet keuren.
7. Deze uitrusting is geschikt voor een gebruik op een werf in
open lucht en voor een temperatuurbereik gaande van -35°C
tot +60°C. Vermijd elk contact met scherpe kanten, schuren-
de oppervlakken, chemische producten.
8. BELANGRIJK: als u dit materiaal dient toe te vertrouwen aan
een werknemer of gelijkwaardig persoon, dan dient u de
arbeidsreglementering in acht te nemen.
9. De gebruiker moet in goede fysische en psychische staat
verkeren tijdens het gebruik van deze uitrusting. Raadpleeg
bij twijfels uw arts of de bedrijfsarts. Mag niet door zwangere
gebruikt worden.
10. De uitrusting mag niet gebruikt worden boven haar bedrijfs-
grenzen, of in alle andere situaties waarvoor de uitrusting
niet bestemd is: zie functies en beschrijving.
11. Het is raadzaam de lijn persoonlijk aan elke gebruiker toe te
kennen, met name, als het gaat om werknemend personeel.
12. Voordat men een valbeveiligingssysteem EN 363 gebruikt,
moet de gebruiker ervoor zorgen dat alle samenstellende
onderdelen in goede bedrijfsstaat ve rkeren: veiligheidssys-
teem, vergrendeling. Bij het aanbrengen, mag er geen enke-
le beschadiging van de veiligheidsfuncties zijn.
13. Het is van essentieel belang voor de veiligheid van de gebrui-
ker dat de uitrusting of het verankerpunt correct geplaatst is
en dat het werk zodanig uitgevoerd wordt dat het valrisico en
de valhoogte tot een minimum verminderd is.
14. Een harnasgordel is de enige uitrusting voor het beveiligen
van het lichaam dat men mag gebruiken in een valbeveili-
gingssysteem.
15. Bij een valbeveiligingssysteem is het belangrijk de vrije hoog-
te onder de gebruiker op de werkplaats te controleren vóór
elk gebruik, zodat, in geval van een val, er geen risico bes-
taat op aanraking met de grond of met een obstakel op het
traject van de val.
16. Voor de veiligheid van de gebruiker, als het product buiten
het eerste land van bestemming wordt verkocht, moet de ver-
koper de volgende elementen verschaffen: een gebruiksaan-
wijzing, instructies voor het onderhoud, voor periodieke controles
en herstellingen, opgesteld in de taal van het land van gebruik
van het product.
BIJZONDERE TOEPASSINGEN
Aarzel niet om met Tractel contact op te nemen voor
bijzondere toepassingen.
Gebruiksvoorwaarden
Onderzoek vóór gebruik
Controleer:
• Visuele controle van de staat van de lijn, de naden en/of split-
sen. Het touw, de band, de naden mogen geen sporen van afs-
cheuringen, van uitrafelen, verschroeiing, enige beschadiging
vertonen. Neem bij twijfels onmiddellijk elk product uit circula-
tie.
• Controleer de staat van de samenstellende onderdelen, harnas
en connectors.
• Controleer het volledig valbeveiligingssysteem.
Functies en beschrijving
• De totale lengte van een lijn met een valdemper, twee afge-
werkte uiteinden en twee connectors mag niet meer dan 2 m
bedragen.
• De enkelvoudige lijnen zonder energie-absorber (fig.2 bladzijde
2), of gebiedbegrenzingslijnen
lijnen, ze mogen bijgevolg niet als valbeveiligingssysteem
worden gebruikt. Ze dienen om valrisico te voorkomen door de
gebruiker de toegang tot risicozones te ontzeggen (fig. 4
laatste bladzijde). Deze dienen om een verankeringspunt te
maken of te verplaatsen.
Specifieke lijnen:
• De lijn voor dorsale verlenging (ref. 032872 - fig.2.b, bladzijde
2), maakt het bevestigen van valbeveiliging aan de rugzijde van
het harnas voor de gebruiker makkelijker (figuur 7 bladzijde 4).
• De dubbele lijn voor recuperatie (ref. 032862 - fig.2.a) maakt
het mogelijk om een gevallen persoon onder de beste om-tan-
digheden te evacueren. De bevestiging aan het harnas van de
gevallen persoon gebeurt door twee musketonhaken ter hoog-
te van de schouderbanden te bevestigen (fig. 5 bladzijde 3).
• Het verlengstuk in band voor de Blocfor-reeks dat ingezet wordt
voor horizontaal gebruik (ref. 035032 - fig.2.e bladzijde 2) is
verplicht bij het horizontaal gebruik van de Blocfor met 10 m en
20 m staalkabel (zowel galva als RVS). Deze moet verplicht
aangesloten worden zoals afgebeeld in figuur 6 bladzijde 3.
Installatie
Het structurele verankerpunt moet zich in de mate van het
mogelijke bevinden op een hoogte tussen 1,5 en 2 meter boven
de voeten van de gebruiker. Het verankerpunt moet een weers-
tand van minimum 10 kN hebben.
De aansluiting op het verankerpunt of op de structuur moet
gebeuren aan de hand van een EN 362 connector.
Raadpleeg voor de aansluiting van het valbeveiligingssysteem
op het harnasgordel, de handleiding van het harnas om het
goede verankerpunt en de juiste methode te gebruiken om zich
vast te maken.
OPGELET
Voor en tijdens het gebruik dient u de manier te overwegen
voor een eventuele reddingsoperatie die op een doeltreffen-
de en veilige manier en in minder dan 15 minuten kan verlo-
pen. Als deze termijn overschreden wordt, is de persoon in
levensgevaar.
zijn geen valbeschermende
11
11
NL
NL