WA-11 |
NEDERLAND
montageplaats zo kiezen dat
eventueel optredend water zo
snel mogelijk kan worden
gedetecteerd. De twee
sensorelektroden (9) mogen de
grond niet raken.
Instellen van de sensorkabel
(Fig. 2 + 3)
Als de sensorkabel te lang is, kunt
u de kabel afzonderlijk inkorten.
OPMERKING:
Koppel het
wateralarm los van de
contactdoos alvorens de kabel in
te korten.
U hebt de bijgeleverde
ringklemmen, een kleine
kruiskopschroevendraaier en een
tang (zoals een combinatietang)
nodig. Draai eerst de schroef van
de behuizing (7) los met de
schroevendraaier en verwijder het
deksel van de sensor. Dan komen
de twee elektrodenschroeven
bloot te liggen, die u nu ook
losdraait.
Let op, de elektroden zullen
hierdoor ook losser komen te
zitten.
Kort de kabel in met de tang en
wees voorzichtig dat u niet te veel
afknipt. Verwijder de buitenste
isolatie bij de interface over een
lengte van ca. 15 mm en de
isolatie van de draden over een
lengte van ca. 5 mm, gemeten
vanaf de interface. Schuif een
ringkabelschoen op een van de
twee gestripte aders en krimp
vervolgens het achterste deel van
de ringkabelschoen samen met de
tang. Als alternatief kunnen de
aders ook aan de kabelschoenen
worden gesoldeerd.
INSTELLINGEN
Functie-keuzeschakelaar (11)
Gebruik deze keuzeschakelaar om
in te stellen of een aangesloten
apparaat AAN of UIT moet
worden gezet. Schuif de
schakelaar in de stand AUS
(doorgekruiste contactdoos) om
een aangesloten apparaat uit te
38