c) DMX-modus
Elk DMX-apparaat in een DMX-ketting heeft een zogenaamd DMX-startadres nodig om eenduidig door de
controller aangestuurd te kunnen worden. Dit DMX-startadres definieert het eerste DMX-kanaal, waarop
het apparaat reageert. De andere stuurkanalen volgen op dit eerste DMX-kanaal (DMX-startadres).
Het apparaat heeft 3 DMX-kanalen nodig.
Instelling van het DMX-startadres
Stel in het menupunt DMX512 (zie menu-overzicht) met de toets UP of DOWN het gewenste DMX-starta-
dres in.
De volgende tabel geeft de resultaten van de instellingen van de afzonderlijke DMX-kanalen.
DMX-kanaal
DMX-waarde
1
000-127
128-255
2
000-255
3
000-255
10. Gebruik
• Steek de netstekker nooit direct in een contactdoos als het toestel van een koude in een warme ruimte
is gebracht. Het condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde omstandigheden het toestel
beschadigen.
Laat het toestel eerst op kamertemperatuur komen, voordat u de stekker in de contactdoos steekt.
Wacht tot al het condenswater is verdampt.
• Trek nooit aan het netsnoer om de stekker uit de contactdoos te verwijderen, pak altijd de netstekker
beet bij de daarvoor bestemde greepvlakken om deze uit de contactdoos te verwijderen.
• Trek na gebruik hiervoor de stekker uit de contactdoos.
• Neem bij onweer de netstekker altijd uit de contactdoos.
• Raak het apparaat nooit aan als het ingeschakeld is of kort na uitschakeling, aangezien het in het bijzon-
der in de buurt van de neveluitlaatopening erg heet kan worden. Er bestaat gevaar op verbranden.
• Gebruik nooit vervuilde mistvloeistoffen. Sluit de tank en het reservoir met uw mistvloeistof meteen na
het vullen weer.
• Ledig de tank steeds, voor u het apparaat transporteert of voor langere tijd niet zult gebruiken.
• Gebruik uitsluitend mistvloeistoffen op waterbasis. Geschikte nevelvloeistoffen zijn opgesomd onder
„Technische gegevens".
54
Functie
Neveluitstoot uit
Neveluitstoot aan
Ventilatorsnelheid 0-100%
Neveldebietinstelling 0-100%