3. Werking
3.1 Systeem
Een typisch balansventilatiesysteem bestaat uit:
• Buitenlucht(A) en afvoer vervuilde lucht(B).
• Een warmteterugwinapparaat WHR(C).
• Toevoerventielen in de slaapkamers en de woonkamers(D).
• Afvoerventielen in keuken, badkamer, toilet en eventueel berging(E).
• Motorloze wasemkap met schakelaar(F).
A
B
C
D
E
E
3a.
3.2 Warmteterugwinapparaat
• Externe behuizing van gecoate plaat(H).
• Interieur van hoogwaardig polypropyleen (EPP).
• 4 aansluitingen voor luchtkanalen(I).
• 2 EU3 filters voor luchtzuivering(J).
• 2 energiezuinige gelijkstroommotoren met HR wiel.
(Niet zichtbaar, intern).
• Tegenstroomwisselaar (warmtewisselaar) met een thermisch
rendement van meer dan 95% (Niet zichtbaar, intern).
• Bedieningspaneel met display voor uitlezen van gegevens en
instelprocedures(K).
• Typeplaatje(L).
• Condensafvoer(M).
• Sticker luchtaansluitingen(N).
• Perilex stekker(O).
• Type WHR R is voor luchtaansluitingen naar de woning rechts.
• Type WHR L is voor luchtaansluitingen naar de woning links.
I
N
H
J
TYPE
AFVOER
ZIJDE
K
CODENU
MMER
VENTILA
FASE VOLTAG
TOR
FILTER
CAPACIT
EIT L -
E HERTZ
TOEVOE
M - H 30%
Bescherm
ingsklass
RZIJDE
- 50% -
90%
(
100%
e
Isolatiek
VENTILA
)
lasse
TOR
FILTER
AANSLU
ITSCHEM
A
MAAND
3b.
D
D
D
E
F
I
M
O
L
3.3 Bypass en warmtewisselaar
• Vervuilde lucht wordt afgezogen in onder andere keuken, toilet en
douche(A).
• De warmtewisselaar(B) onttrekt warmte uit de afgezogen lucht.
• Verse buitenlucht wordt aangezogen(C).
• De warmtewisselaar(B) verwarmt de aangezogen lucht.
• De verse verwarmde lucht wordt toegevoerd in de woon- en
slaapvertrekken(D).
• De HR tegenstroomwarmtewisselaar(B) heeft een hoog thermisch ren-
dement waardoor naverwarming van de toevoerlucht niet meer nodig
is.
• Indien de "bypass"(E) (alleen aanwezig bij het type WHR B) ingescha-
keld is wordt de afgezogen vervuilde lucht voor een groot gedeelte om
de wisselaar geleid. Hiermee is het mogelijk om in de zomer het huis
met nachtlucht te verfrissen. Deze zogenaamde "vrije koeling" wordt
automatisch ingeschakeld volgens een ingestelde temperatuur.
A
D
3c.
A = retourlucht, B = tegenstroom warmtewisselaar, C = -buitenlucht, D = toevoerlucht,
E = bypass-regeling, F = afvoerlucht
Het balansventilatiesysteem draagt bij aan energiebesparing, gezond bin-
nenklimaat, een optimaal leefmilieu en voorkomt vochtproblemen.
Om goede en tochtvrije luchtdoorstroming in de woning te verkrij-
gen is er, onder de binnendeuren, bewust een opening vrijgelaten.
Wanneer deze openingen worden afgedicht, door bijvoorbeeld deur-
rubbers of zelfs hoogpolig tapijt, zal de luchtdoorstroming in uw
woning stagneren. Het systeem zal hierdoor niet meer optimaal
functioneren. Ook het openen van ramen en deuren heeft een
negatieve invloed op het optimaal functioneren van het systeem.
De toevoer- en afvoerventielen in de woon-, slaapvertrekken en/of
de hal zijn zorgvuldig door de installateur ingesteld waardoor de
luchttoevoer en luchtafvoer met elkaar in balans gebracht zijn. Aan
deze instellingen mag derhalve niets worden veranderd. De WHR is
beveiligd tegen het bevriezen van de tegenstroomwisselaar. In de
afvoerlucht is hiervoor een temperatuurvoeler aangebracht. Bij een
te lage temperatuur wordt elektronisch het toerental van de toevoer-
ventilator verminderd, hierdoor wordt minder warmte aan de afvoer-
lucht onttrokken en wordt bevriezen voorkomen.
3.4 Werking bypass
Optioneel is de WHR uit te voeren met een automatische bypass. Door het
openen van de bypass wordt een groot gedeelte van de afvoerlucht door
de bypass en niet door de tegenstroom-wisselaar geleid. Hierdoor wordt
tijdens de zomermaanden in de nachtelijke uren de zogenaamde "vrije
koeling" gerealiseerd. De relatieve koele buitenlucht wordt namelijk niet
verwarmd door de warmere binnenlucht. De temperatuur waarop de
bypass wordt geregeld kan door de bewoner worden ingesteld. Op de dis-
play van de WHR is hiervoor een toets 'Comforttemperatuur' aangebracht.
De WHR zal de ingestelde temperatuur nastreven.
3
E
C
F
B