2 Veiligheidsinstructies
2.1 m.b.t. deze handleiding
2
Veiligheidsinstructies
Lees deze bedieningshandleiding volledig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Berg de
handleiding goed op. Indien u het apparaat aan iemand anders geeft, geef dan ook de bedie-
ningshandleiding mee. Het niet in acht nemen van deze handleiding kan ernstige verwondingen
of schade aan het apparaat tot gevolg hebben. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als ge-
volg van niet-inachtneming van deze bedieningshandleiding.
Neem instructies, die als volgt gekenmerkt zijn, absoluut in acht om ongevallen en schade aan
het apparaat te vermijden.
WAARSCHUWING:
Waarschuwt voor gevaren voor uw gezondheid en wijst op mogelijk verwondingsrisico.
OPGELET:
Wijst op mogelijke gevaren voor het apparaat of andere voorwerpen.
AANWIJZING:
Benadrukt tips en informatie.
2.2 m.b.t. bepaalde groepen van personen
Deze apparaten kunnen door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vaardigheden of met gebrek aan ervaring en/of kennis wor-
den gebruikt, als ze onder toezicht staan of instructies hebben gekregen aangaande het veilige
gebruik van het apparaat en de daaruit resulterende gevaren begrepen hebben.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen worden uitgevoerd, als ze niet
onder toezicht staan.
Het is raadzaam om kinderen onder de 8 jaar uit de buurt van het apparaat en de aansluit-
kabel te houden, als het ingeschakeld is of afkoelt.
Verpakkingsmaterialen mogen niet worden gebruikt om mee te spelen. Ze kunnen verstik-
kingsgevaar opleveren.
2.3 m.b.t. de stroomvoorziening
Het apparaat werkt op elektrische stroom, waarbij in principe altijd het gevaar van een elektri-
sche schok bestaat. Neem daarom het volgende in acht:
Dompel het apparaat nooit in water of andere vloeistoffen en bescherm het tegen regen en
vocht.
Raak de stekker nooit aan met natte handen. Gebruik het apparaat nooit in de openlucht of
in ruimtes met een hoge luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat de stroomkabel niet knikt, nergens klem komt te zitten, er niet overheen
wordt gereden en dat deze niet met hittebronnen in aanraking komt. Hij mag bovendien geen
struikelgevaar vormen.
Controleer vóór het aansluiten aan de stroomvoeding of de op het typeplaatje vermelde
spanning overeenkomt met de spanning van uw stopcontact.
Controleer de stroomkabel op eventuele beschadigingen voordat u hem gebruikt.
Transporteer het apparaat nooit aan de stroomkabel. Het zou beschadigd kunnen worden.
30