10.1. Handmatige instelling
Druk, terwijl het apparaat is uitgeschakeld, op de toets
pert 24H.
Draai aan de regelaar om de 24- of 12-uurs notatie voor de tijd te kiezen. Beves-
tig door op de regelaar te drukken.
Stel de uren in door aan de regelaar te draaien. Bevestig de instelling door op de
regelaar te drukken.
Stel de minuten in door aan de regelaar te draaien. Bevestig de instelling door
op de regelaar te drukken.
Kies CT ON of CT OFF door aan de regelaar te draaien om de automatische
tijdsinstelling elke nacht om 02:00 uur in of uit te schakelen.
Bevestig vervolgens door op de regelaar te drukken.
De tijd is nu ingesteld.
11. Alarm gebruiken
Het apparaat biedt twee alarmtijden, waarmee de gebruiker met een alarmtoon
resp. met de radio kan worden gewekt.
11.1. Alarm instellen/activeren
Wanneer u door de radio wilt worden gewekt, kiest u eerst een radiofrequentie
(zoals beschreven in "12. Radio" op pagina 55).
Druk op ALARM en kies met de regelaar welk alarm u wilt instellen.
− Alarm 1 (
)
− Alarm 2 (
)
Vervolgens drukt u op de regelaar om de alarmtijd voor het desbetreffende
alarm in te stellen.
Het uur knippert. Draai aan de regelaar om het uur in te stellen en bevestig door
op de regelaar te drukken.
De minuten knipperen. Draai aan de regelaar om de minuten in te stellen en be-
vestig door op de regelaar te drukken.
Draai aan de regelaar om te kiezen tussen het geluidssignaal (bu) of wekken via
de radio (tu).
Druk ten slotte op de regelaar om de instelling van de alarmtijd te beëindigen.
11.2. Alarm uitschakelen
Druk op de toets ALARM.
Kies met de regelaar het alarm dat u wilt uitschakelen.
− Alarm 1 (
)
− Alarm 2 (
)
Houd de toets ALARM ingedrukt totdat het alarmsignaal wordt uitgeschakeld.
54
. Op het display knip-