De vacuümset monteren:
Positioneer de montageplaat van de vacuümset op de boor zoals getoond in de
afbeelding.
De montageplaat is vanaf de onderkant op de boor bemonteerd met gebruik van
de M8X30 bout en sluitring.
Controleer of de montageplaats goed vast zit.
Plaats de rubberring op de uitsparing aan de onderkant van de voet.
Zorg ervoor dat de stelschroef zodanig wordt ingesteld dat deze niet uitsteekt aan
de onderkant van de voet; dit om te voorkomen dat het vacuüm wordt beïnvloed
en de installatie los kan komen van de montageplaat.
Bij het aansluiten van het vacuüm op een voldoende krachtig vacuüm
(min. -0,8 bar), controleren of de afdichtringen niet zijn vesleten.
Sluit de boorinstallatie aan op de onderdrukpomp d.m.v. een onderdrukslang.
Zet de boorinstallatie in de juiste positie, open de klep van de montageplaat en
schakel de pomp in.
De onderdrukpomp moet tijdens de gehele gebruiksduur blijven werken en
zondig geplaatst worden dat u de manometer kunt zien.
Controleer of de boorinstallatie stevig is verankerd voordat u begint met
boren!
Bevestiging d.m.v. de snelsteuneenheid
Om de boorinstallatie vast te kunnen zetten d.m.v. de snelsteuneenheid,
moet de afstand tot de tegenoverstaande muur tussen 1,7 m en 3 m zijn.
De klep sluiten om de vacuümkoppeling los te maken. Dit
opent de ontluchtingsklep waardoor het vacuüm kan
ontsnappen.
Als het nodig is kan het apparaat op deze manier
worden
geactiveerd terwijl de vacuümpomp draait.
36