Verankering in beton d.m.v. geleidepinnen
Verankering op de vloer d.m.v. onderdruk
Gebruik de onderdrukmontage nooit op de muur of boven het hoofd!
Het oppervlak waarop de basis wordt verankerd, moet voor lage-drukmontage
vlak zijn, niet poreus en zonder barsten.
Als dit niet het geval is, kan dit montagetype niet worden gebruikt. U hebt voor
de onderdrukmontage een onderdrukpomp, en onderdrukslang nodig, sowie das
Vakuumset BST 182 V/S (zie afbeelding).
Deze onderdelen zijn op verzoek verkrijgbaar.
Markeer de positie van de boorgaten voor
bevestiging op het te boren oppervlak.
50 mm diep (A) waarin de geleidepin M12
(B) zal worden geplaatst; steek de
geleidepin erin en zet het vast met de
geleidepinsleutel (C).
Schroef de snelklemschroef (D) in de
geleidepin.
Voor
metselwerk
Geleidepinnen worden gebruikt (Boor
een gat Ø 20mm).
Installeer de boorinstallatie.
Bevestig de sluitring (E) en uiteindelijk de
bevestigingsmoer (F) op de
snelklemschroef (D).
Bevestig de sluitring (E) en uiteindelijk de
bevestigingsmoer (F) op de
snelklemschroef (D).
Vóór en na het vastdraaien van de
moer (F), dient u de 4 afstelbare schroeven
af te stellen om de installatie op het
oppervlak aan te passen.
Controleer of de boorinstallatie stevig
en veilig is geïnstalleerd.
35
moeten
Rawl-