NEDERLANDS
de benodigde capaciteit.
Indien nodig kan het pomphuis worden ontlucht door de af-
sluitschroef "Luft" (ontluchting) eruit te draaien. Als toebeho-
ren kan een overeenkomstige spoelpijp worden gebruikt om
afzettingen en drijvende lagen in de schacht te voorkomen.
Bij een defecte pomp kan een deel van de oliekamervulling in
het af te voeren materiaal terecht komen.
Niet Ex-pompen. Wordt een slang als drukleiding gebruikt,
zorg er dan voor dat deze bij elk pompproces vóór de onder-
dompeling van de pomp volledig leeg is. Eventuele achterblij-
vende vloeistofresten zouden de ontluchting van het pomp-
huis en dus de afvoer verhinderen.
Deze situatie kan zich ook voordoen als de pomp droog komt te
staan, dieper wegpompt dan aangegeven in de installatieteke-
ning of bij de dagelijkse testloop begint te slurpen.
In deze gevallen moet het pomphuis worden ontlucht door de
afsluitschroef "Luft" (ontluchting) eruit te draaien.
ONDERHOUD
Onderhoud en inspectie van dit product moet worden uitge-
voerd volgens EN 12056-4 en EN 60079-19.
Om een permanente operationele betrouwbaarheid van uw in-
stallatie te garanderen, raden wij aan een onderhoudscontract
te sluiten.
WAARSCHUWING!
Voorafgaande aan elke taak: Pomp en regelaar van het elektri-
citeitsnet loskoppelen en ervoor zorgen dat deze door andere
personen niet opnieuw onder spanning kunnen worden gezet.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel op mechanische en chemische beschadiging
controleren. Beschadigde of geknikte stroomkabel moeten
door de fabrikant worden vervangen.
LET OP! Bij gebruik van een ketting om de pomp op te tillen,
dient u de respectieve nationale voorschriften ter voorkoming
van ongevallen in acht te nemen. De hijsapparatuur moet re-
gelmatig worden onderzocht door een deskundige conform de
wettelijke voorschriften.
LET OP! De motoren van de EX-serie zijn conform het on-
ploffingsbeveiligingstype "drukvast omhulsel". Reparaties die
van invloed kunnen zijn op de explosiebeveiliging mogen alle-
en worden uitgevoerd door erkende bedrijven of de fabrikant.
Bij reparaties moeten de spleetbegrenzingsoppervlakken op
schade worden gecontroleerd en indien nodig vervangen door
originele onderdelen van de fabrikant.
Oliecontrole
De oliekamer is door een afsluitschroef "Öl" (olie) naar buiten
toe verzegeld. Ter controle van de oliekeerringafdichting wordt
de olie uit de oliekamer met inbegrip van de resterende hoe-
veelheid afgetapt en verzameld in een schone maatbeker.
• Als de olie doordrenkt is met water (melkachtig), moet de
olie worden ververst. Na nog eens 300 bedrijfsuren, max.
echter na 6 maanden, opnieuw controleren!
• Is de olie vermengd met water en verontreinigingen dan
moet in aanvulling op de olie ook de oliekeerringafdichting
worden vervangen.
20
Om de oliekamer te bewaken kan ook achteraf de elektro-
de van ons afdichtingscontroleapparaat "DKG" of "DKG-Ex" in
plaats van de afsluitschroef "DKG" worden gemonteerd.
Olieverversing
Ter behoud van een betrouwbare werking, moet na 300 be-
drijfsuren de olie voor de eerste maal worden verversen en
daarna na elke 1000 bedrijfsuren.
Bij minder bedrijfsuren moet ten minste eenmaal per jaar de
olie worden ververst.
Wordt afvalwater met sterk schurende additieven afgevoerd,
dan moet de olie met navenant kortere tussenpozen worden
ververst.
Voor de verversing van de olie in de oliekamer moet hydrau-
lische HLP-olie van viscositeitsklasse 22 tot 46 worden ge-
bruikt, bijvoorbeeld Mobil DTE 22, DTE 24, DTE 25.
De capaciteit bedraagt 350 cm³ voor de MultiCut 25/2 M t/m
36/2 M, 750 cm³ voor de 45/2 M en 2600cm³ voor de MultiCut
75/2 M en 76/2 M.
LET OP! De oliekamer mag alleen worden gevuld met de aan-
gegeven hoeveelheid olie. Teveel olie kan leiden tot defecten
aan de pomp.
Controle van de pompeenheid
Er moet worden gecontroleerd behuizingsschroeven van de
pomp en de verbindings- en bevestigingsbouten van de instal-
latie goed vastzitten en indien nodig moeten ze worden aan-
gedraaid.
Bij afnemend debiet, toenemend lawaai bij gebruik of afne-
mend vermogen (blokkeerneiging van de pomp) moeten de
waaier en het snijmechanisme door een specialist op slijtage
worden gecontroleerd en eventueel vervangen.
Vervangen van het loopwiel
VOORZICHTIG!
Versleten waaiers kunnen scherpe randen hebben.
1. De snijrotor met een stuk hout blokkeren en de centrale in-
busschroef eruit schroeven.
2. De vier binnenzeskantschroeven bovenaan de spiraalbehui-
zing uitdraaien en de spiraalbehuizing afnemen.
3. Het nieuwe loopwiel met de pasveer op de as monteren,
hierbij het aantal passchijven behouden.
4. Aan elke schoep de afmeting B bepalen en de grootste
waarde noteren.
5. Op meerdere plaatsen de afmeting A bepalen en de kleinste
waarde noteren.