7. Omschrijving van de camera
4
2
3
(1)
Bodemplaat
(2)
Objectief
(3)
Infrarood LEDs
(4)
Focusinstelling
(5)
Zoominstelling
8. Installatie van de camera
8.1 Kabelinvoer
LET OP!
Tijdens de montage moet de camera van de netspanning losgekoppeld zijn.
Voor de kabelinvoer zijn er twee mogelijkheden:
a)
Niet zichtbaar
Voor niet zichtbare kabelinvoer dient er een gat geboord worden waardoor de kabel kan worden
doorgevoerd. De camera zal als hij gemonteerd is het gat bedekken.
b) Kabelinvoer via het oppervlak
Voor een zichtbare invoering van de kabels, is de bodemplaat van de camera voorzien van een
opening.
8.2 Aansluiten van de videokabel
Om het videosignaal naar een monitor of recorder te sturen, moet op de aansluiting "(1) Video
signaal" een RG59 coaxkabel met BNC-aansluiting (male) worden aangesloten.
De kabel mag niet langer zijn dan 100 meter.
5
1
7
8
(6)
Camerabehuizing
(7)
Camerakap
(8)
Schroeven voor het fixeren van
de
camerakap
54
6