NL
•
Houd het materiaal aan de linker kant stevig
vast, zorg hierbij dat u een veilige afstand
houdt van het zaagblad.
•
Zet nu de machine aan met schakelaar (1).
•
Zorg dat het zaagblad op snelheid is voordat
deze het werkstuk raakt.
•
Bedien knop (3) om de beschermkap-
vergrendeling op te heffen.
•
Beweeg de zaagmachine nu rustig naar
beneden, zodat het zaagblad door het
werkstuk zaagt en in de gleuf van de tafel
loopt. Oefen geen druk uit op het zaagblad.
Geef de machine de tijd om door het werkstuk
heen te zagen.
•
Beweeg de machine rustig weer omhoog en
schakel de zaagmachine uit door het loslaten
van de schakelaar (1).
De schuiffunctie gebruiken
Fig. 2
Men moet de machine vast schroeven
op een werkbank.
Gebruik de schuiffunctie voor het zagen van
brede werkstukken:
•
Zet het werkstuk vast in de klem
•
Draai knoppen (10) weer vast (tegen de klok
in)
•
Schuif de machine zo ver mogelijk naar u toe.
•
Zet de machine aan met de schakelaar
•
Breng de zaag langzaam omlaag zodat het
zaagblad door het werkstuk zaagt
•
Duw de machine langzaam naar achteren (in
de richting van de langsgeleider)
•
Breng de machine voorzichtig weer omhoog
en zet de machine uit door de schakelaar los
te laten
Gebruiken van de laser
Fig. 2
•
Om de laser in te schakelen, drukt u de aan/
uit-schakelaar 2 in.
•
Om de laser uit te schakelen, laat u de aan/
uit-schakelaar 2 los.
5. Service & onderhoud
Zorg dat de machine niet onder
spanning staat wanneer
onderhoudswerkzaam heden aan het
mechaniek worden uitgevoerd.
30
Geleiderails
Vuil kan de geleiderails en derhalve ook de
werking van de machine aantasten.
•
Maak de geleiderails regelmatig schoon met
een zachte doek.
•
Druppel wat smeerolie op de geleiderails.
•
Beweeg de afkortzaag naar voren en naar
achteren om de olie over de hele rails te
verspreiden.
De machines zijn ontworpen om gedurende lange
tijd probleemloos te functioneren met een minimum
aan onderhoud. Door de machine regelmatig te
reinigen en op de juiste wijze te behandelen, draagt
u bij aan een hoge levensduur van uw machine.
Reinigen
Reinig de machine-behuizing regelmatig met een
zachte doek, bij voorkeur iedere keer na gebruik.
Zorg dat de ventilatiesleuven vrij van stof en
vuil zijn. Gebruik bij hardnekkig vuil een zachte
doek bevochtigd met zeepwater. Gebruik geen
oplosmiddelen als benzine, alcohol, ammonia,
etc. Dergelijke stoffen beschadigen de kunststof
onderdelen.
Probleem oplossing
1. De motor slaat niet aan
•
De stekker zit niet in het stopcontact
•
Het snoer is onderbroken
•
De schakelaar is defect / bied de machine ter
reparatie aan bij uw dealer
2. De zaagsnede is niet effen (uitgerafeld)
•
Het zaagblad moet worden aangescherpt
•
Het zaagblad is achterstevoren gemonteerd
•
Het zaagblad is aangeladen met hars of
zaagsel
•
Het zaagblad is niet geschikt voor deze
bewerking
3. De hoogte en/of verstekhendel zit
geblokkeerd
•
Zaagsel en stof moeten worden verwijderd
4. De motor bereikt moeilijk het maximum
toerental
•
De verlengkabel is te dun en/of te lang
•
De netspanning is lager dan 230 V
5. De machine trilt overmatig
•
Het zaagblad is beschadigd