te verwijderen.
•
Til de bescherming (6) op.
•
Houd de spindelvergrendeling (7) ingedrukt en
draai de bout (19) los met de Engelse sleutel
(20).
•
Verwijder de flens (21).
•
Verwijder het zaagblad (5).
•
Monteer de flens (21).
•
Houd de spindelvergrendeling (7) ingedrukt en
draai de bout (19) vast met de Engelse sleutel
(20).
•
Laat de bescherming (6) zakken.
•
Bevestig de beugel (29) door de schroef (30)
vast te draaien.
Instellen van de verstekhoek
Afb. C
•
De verstekhoek kan tussen 0° en 45° naar
links/rechts ingesteld worden. De verstekhoek
kan worden afgelezen op de schaalverdeling
(9).
Stel de verstekhoek niet in tijdens gebruik
van het apparaat.
•
Ontspan de vergrendeling (8).
•
Draai de zaagtafel (13) in de gewenste stand.
•
Span de vergrendeling (8) aan.
Instellen van de dubbele zaaghoek / afkorten
Fig. D
•
Stel de eerste hoek in zo als bij instellen van
zaaghoek beschreven word.
•
Draai nu knop (10) los (tegen de klok in) en
stel de gewenste hoek in (dit is afleesbaar aan
de achterzijde van de machine) en draai knop
(10) weer vast (met de klok mee).
Verwisselen van de koolborstels
Fig. A
•
Zorg dat de stekker uit het stopcontact is!
•
Draai de doppen (16) los met een platte
schroevendraaier. Haal de koolborstels er uit
en vervang deze door gelijke koolborstels.
Draai nu de doppen (16) weer vast.
Let op: Vervang de beide koolborstels gelijktijdig.
Gebruik nooit oude en nieuwe koolborstels door
elkaar.
Monteren van de stofzak
Fig. 2
Druk de klem van de stofzak (27) in en schuif hem
Ferm
op de uitmonding aan de achterkant van de
machine. De stofzak zit vast als de klem weer
wordt losgelaten.
4. Bediening
Gebruik van de afkortzaag
Fig. A
Controleer de machine altijd voor gebruik
op mankementen en/of defecten!
•
Stel de gewenste zaaghoeken in van de van
de machine.
•
Steek de stekker in het stopcontact.
•
Klem het materiaal met werkstukklem (24):
zorg dat het materiaal goed stevig ingeklemd
is!
•
Houd het materiaal aan de linker kant stevig
vast, zorg hierbij dat u een veilige afstand
houdt van het zaagblad.
•
Zet nu de machine aan met schakelaar (1).
•
Zorg dat het zaagblad op snelheid is voordat
deze het werkstuk raakt.
•
Bedien knop (2) om de beschermkap-
vergrendeling op te heffen.
•
Beweeg de zaagmachine nu rustig naar
beneden, zodat het zaagblad door het
werkstuk zaagt en in de gleuf van de tafel
loopt. Oefen geen druk uit op het zaagblad.
Geef de machine de tijd om door het werkstuk
heen te zagen.
•
Beweeg de machine rustig weer omhoog en
schakel de zaagmachine uit door het loslaten
van de schakelaar (1).
5. Service & onderhoud
Zorg dat de machine niet onder span ning
staat wanneer onderhouds-
werkzaamheden aan het mechaniek
worden uitgevoerd.
Deze machines zijn ontworpen om gedurende
lange tijd probleemloos en met minimaal
onderhoud te blijven functioneren. U kunt de
levensduur verlengen door de machine regelmatig
schoon te maken en haar deskundig te
behandelen.
Storingen
In het geval de machine niet naar behoren
NL
27