Scott Automask Instructions D'utilisation page 19

40
2.9 Tijdens het gebruik van het ademhalingstoestel moet de ventilatorapparaat ingeschakeld
zijn. Indien deze namelijk uitvalt, werkt het toestel niet langer als adembescherming, en is
het mogelijk dat er in korte tijd een ophoping van kooldioxide ontstaat. Deze situatie geldt als
een uitzonderlijke toestand.
2.10 Bij een te hoge ademfrequentie kan het zijn dat er in het gelaatsstuk negatieve druk
(onderdruk) ontstaat tijdens pieken van de inademing.
2.11 Bij windsnelheden van meer dan 2 m/s kan de bescherming afnemen..
2.12 Aanbevolen gebruiksomstandigheden -10 °C...+50 °C, relatieve vochtigheid (RH)
75 %.
2.13 De fi lters mogen niet rechstreeks aan de gelaatsscherm of de ademslang worden bevestigt.
3. Ingebruikname
Controleer voor gebruik
•
het vizier en de ademslang onbeschadigd zijn.
•
de afdichtrand onbeschadigd is en correct is aangebracht.
Met ventilatorapparaat
Zie de gebruiksaanwijzingen van de fi lter en het ventilatorapparaat dat wordt gebruikt.
•
Bevestig de ademslang stevig op de aansluitbuis van het gelaatsscherm en op het ventilator-
apparaat.
•
Draai de fi lters goed vast op het ventilatorapparaat.
•
Bevestig het ventilatorapparaat, en controleer het voldoende luchttoevoer (zie de
gebruiksaanwijzing van het ventilatorapparaat).
•
Verwijder de beschermfolie van het vizier.
•
Zet de Automask op.
•
Stel de hoofdbanden zo af, dat het gelaatsscherm goed op het gelaat aansluit. Omdat
de uitgeademde lucht het gelaatsscherm door de ademende afdichtrand moet kunnen
verlaten, mogen de hoofdbanden niet te strak worden aangetrokken; de luchtafvoer
moet onbelemmerd zijn.
•
Te strak aangetrokken hoofdbanden kunnen aanleiding geven tot een
waarschuwingssignaal van het ventilatorapparaat (het apparaat is niet meer in staat om
de minimumluchttoevoer op te brengen.
Met perslucht-ademhalingstoestel
Zie de gebruiksaanwijzingen van het reduceerventiel PR.
•
Monteer de slangen en regel de luchtstroom overeenkomstig de gebruiksaanwijzing van het
Reduceerventiel PR. Controleer met behulp van de Stromingsmeter PR of de lucht via de
ademslang naar het gelaatsscherm in stroomt.
•
Verwijder de beschermende fi lm van het vizier.
•
Zet de Automask CA op.
•
Stel de hoofdbanden zo af, dat het gelaatsscherm goed op het gelaat aansluit. Omdat
de uitgeademde lucht het gelaatsscherm door de ademende afdichtrand moet kunnen
verlaten, mogen de hoofdbanden niet te strak worden aangetrokken; de luchtafvoer
moet onbelemmerd zijn.
dan
minder