11. ONDERHOUD VAN HET TOESTEL
Alle onderhoudswerken moeten zonder last op de takel
en met losse aansluitingen uitgevoerd worden. Het
onderhoud van het toestel bestaat uit het reinigen ervan,
het insmeren en een periodieke controle (minstens
jaarlijks) uitgevoerd door een door TRACTEL
erkend reparateur.
Dompel het toestel voor een reinigingsbeurt volledig
onder in een bad van solvent zoals aardolie,
benzine, white spirit, met uitzondering van aceton
en derivaatproducten, trichloorethyleen en derivaat-
producten, en schud het vervolgens om slijk en andere
elementen te verwijderen. Kantel het toestel om het
vuil via de opening van de hendels te laten uitvloeien.
Laat uitdruppen en drogen. Naderhand is het nodig het
mechanisme rijkelijk in te smeren met olie (van het type
SAE 90 120), die men moet gieten in de openingen van
de carter.
Ontkoppel het onbelast toestel en bedien de hendels om
de doordringing van de olie in alle onderdelen van het
mechanisme te bevorderen.
N.B.: teveel insmeren van het toestel moet nooit
gevreesd worden.
Elk toestel waarvan de carter sporen van schokken
of vervormingen vertoont, of waarvan de haak (model
TU16+) vervormd is moet naar een erkend verdeler van
het TRACTEL
netwerk worden teruggestuurd.
®
12. VERBODEN GEBRUIK
Het gebruik van de supertirfor™ toestellen conform de
in deze handleiding beschreven instructies verstrekt
een volledige veiligheids garantie. Het is evenwel nuttig
de operator te waarschuwen voor de onderstaand
beschreven foute handelingen.
HET IS VERBODEN:
- de in deze handleiding beschreven toestellen te
gebruiken voor het hijsen van personen,
- de takel te gebruiken bij atmosferische ladingen
(bliksem, enz),
- de koppelingshendel te bedienen als het toestel
belast is,
- de vrije beweging van de hendel voorwaartse
beweging,
achterwaartse
koppelingshendel te beletten,
- gelijktijdig de hendel voorwaartse beweging en de
hendel achterwaartse beweging te bedienen,
- de zuigers op het persluchtnetwerk aan te sluiten
zonder de bedieningstafel te gebruiken,
- de oorspronkelijke veiligheidspennen te vervangen
door andere pennen dan deze van tirfor
- het toestel op een andere manier te bevestigen dan
met het oorspronkelijk bevestigings systeem,
- het toestel te blokkeren door de uitlijning op de richting
van de last te beletten,
- de kabel van het toestel te gebruiken als ophangmiddel,
bevoegd
®
beweging
of
de
,
®
- een last op de kabelstreng te brengen die uitgaat aan
de kant van de bevestiging,
- stoten toe te brengen aan de bedienings organen,
- voorwaarts te doen bewegen totdat de mof van de
haak in contact komt met carter,
- achterwaarts te doen bewegen totdat het uiteinde van
de kabel in nabijheid van de carter komt.
13. BEDRIJFSSTORINGEN
1) BREKEN VAN DE PENNEN:
Als de hendel voorwaartse beweging vrij rond haar
as draait, zonder het mechanisme aan te drijven,
dan betekent dit dat de veiligheidspennen gebroken
zijn onder invloed van een overbelasting. Vervang de
veiligheidspennen zoals aangegeven in hoofdstuk 8.
2) SLINGEREFFECT:
Een onvoldoende hoeveelheid olie in het mechanisme
veroorzaakt een (gevaarloos) fenomeen dat men
"slingereffect" noemt en dat zich voordoet in
voorwaartse beweging: de kabel van het toestel stijgt
en daalt enkele centimeters zonder vooruitgang. Door
olie in de carter te gieten, lost men dit probleem op.
Doe indien nodig over een kleine afstand achterwaarts
bewegen om de smering van de onderdelen te
bevorderen.
3) SCHOKKEN:
Een schuddende beweging in achterwaartse werking
is ook een gevolg van een tekort aan olie. Ga zoals
hierboven beschreven te werk.
4) BLOKKERING:
Als de kabel in het toestel geblokkeerd is, in het algemeen
als gevolg van een verslechtering van het gedeelte van
de kabel dat er zich bevindt, moet men de beweging
verplicht stoppen. Verwijder de last met een ander
middel dat alle reglementaire veiligheidsvoorschriften
verschaft en verwijder het toestel door zonder last te
ontkoppelen. In extreme gevallen en indien mogelijk,
stuur het toestel en de kabel terug naar een door
TRACTEL
bevoegd erkend reparateur.
®
14. VEILIGHEID EN GEZONDHEID OP
HET WERK
Alle hijsapparatuur moet geleverd, bediend, onder-
houden en getest worden volgens de geldende
bepalingen
van
de
gezondheidsdiensten voor de arbeidsom-standigheden.
In dit geval dienen deze toestellen niet alleen een initiële
controle te ondergaan maar ook periodieke controles
voordat het opnieuw in bedrijf gesteld wordt.
Controleer altijd de goede staat van de bedieningsklep.
Vervang periodiek of bij slijtage de aansluitings slang
van de perslucht.
Ledig en reinig periodiek de filter van de bedieningstafel.
relevante
veiligheids-
FR
GB
NL
NL
en
19