Beginselen van het naaien
Overlocksteek
A
B
Zigzag in 3 etappes
42
NL / BE
C
1
2
Steek
Steekbreedte Steeklengte
E, F
3~5
Nb:
Gebruik nieuwe naalden of
kogelpuntnaalden!
Voor naden, naaien en afwerken van
randen, zichtbare zoom.
Overlocksteek (A)
Voor fijne gebreide stoffen, jersey,
halsboorden.
Standaard overlocksteek (B)
Voor fijne gebreide stoffen, jersey,
halsboorden.
Dubbele overlocksteek (C)
Voor fijne gebreide stoffen, handgebreide
stoffen, naden.
Alle overlocksteken zijn geschikt voor het in
één keer naaien en afwerken van zomen
alsmede voor zichtbare assemblages.
Voor het afwerken moet de naald net boven
de rand van de stof worden geplaatst.
Steek
Steekbreedte Steeklengte
C
3~5
Kant en elastiek naaien, stoppen, verstellen,
kanten afwerken.
1. Leg de stof onder de naaivoet. De
steeklengte kan sterk worden ingekort.
2. Voor het herstellen van een scheur
verdient het aanbeveling, aan de
achterkant een stuk stof te gebruiken.
Naai om te beginnen het midden en
daarna links en rechts. Naai, afhankelijk
van stof en scheur, 3 à 5 rijen steken.
S1, S2
1~2