Knoopsgatvoetje
Steeklengte
A
B
E
0.3
C
D
Beginselen van het naaien
Steek
Steekbreedte
Voorbereidingen:
Verwijder de naaivoet en monteer het
knoopsgatvoetje (d). Stel de steeklengte in tussen
"0,3" en "1".
De steekdichtheid is afhankelijk van de stofdikte.
Nb:
Maak altijd eerst een proefknoopsgat.
Stof voorbereiden:
Meet de diameter van de knoop en voeg 0,3 cm
voor de versterkingsribben. Voeg bij dikke knopen
wat meer toe. Teken op de stof de positie en de
lengte van het knoopsgat af. Zet de naald in haar
hoogste stand.
Plaats de stof zodanig dat de naald zich op het
verst van u verwijderde merkstreepje bevindt.
Trek het knoopsgatvoetje zo dicht mogelijk naar u
toe.
Breng de voet omlaag.
A. Draai de steekkeuzeknop (6) op "
matige snelheid tot aan het eindmerk. Zet de
naald in haar hoogste stand.
B. Draai de steekkeuzeknop (6) op "
verstevigingssteken. Zet de naald in haar
hoogste stand.
C.Draai de steekkeuzeknop (6) op "
linkerdeel van het knoopsgat tot aan het
eindmerk. Zet de naald in haar hoogste stand.
D.Draai de steekkeuzeknop (6) op "
paar verstevigingssteken. Zet de naald in haar
hoogste stand.
Breng de voet omhoog. Neem de stof onder de voet
uit en knip de draden af. Trek de bovendraad door
de achterkant van de stof en knoop de boven- en
onderdraad samen. Snijd het knoopsgat in het
midden open met het tornmesje (n) en pas daarbij
op, de steken aan de linker- en rechterkant niet
door te snijden.
Tips:
- Voor de beste resultaten moet u de
bovendraadspanning (3) iets losser zetten.
- Gebruik bij dunne en rekbare stoffen
verstevigingsmateriaal.
- Bij stretchstoffen en tricots wordt aangeraden om
een verstevigingsmateriaal te gebruiken, zoals
garen of vlieseline.
- De zigzagsteek moet over het paspel gestikt
worden (E).
Steeklengte
5
0.3~1
". Naai op
" en stik 5 à 6
" en naai het
" en stik een
NL / BE
41