7. Afstandsbediening
Activeer de MoveControl door 2 keer op
de I/O toets van de afstandsbediening te
drukken (AAN)- het LED brandt.
U kunt nu overeenkomstig de op de
afstandsbediening aangegeven symboliek
rangeren. Het voertuig beweegt alleen
wanneer u de toetsen ingedrukt houdt.
De ingebouwde "Soft Start" zorgt tijdens het
wegrijden voor een fluittoon, die als waarschuw-
ingssignaal dient wanneer de caravan of aanhan-
ger zich in beweging zet.
U kunt elke bedieningstoets apart of tegelijk
indrukken. De pijlen op de toetsen geven de
respectievelijke rijrichting aan.
Vooruit
Bochten rijden:
Linker wiel
vooruit
Linker wiel
achteruit
Draaibewegingen
(2 knoppen gelijktijding indrukken) :
+
Rechts draaien
+
Links draaien
Schakel de MoveControl uit door 1 keer
op de toets I/0 van de afstandsbediening
te drukken UIT. Het rode LED brandt.
Indien de rangeerbewegingen niet met de op de
afstandsbediening aangebrachte symboliek over-
eenkomen, dient de kabelaansluiting van de rech-
ter en linker aandrijfunit van de basisstation te
worden gecontroleerd en eventueel verwisseld
worden (zie aansluitplan
Schakel echter altijd voor die tijd de hoofdschake-
laar uit en koppel de basisstation los van de span-
ningsvoorziening.
Zendstoringen (GSM of UMTS masten) kunnen er
eveneens voor zorgen, dat de afstandsbediening
niet feilloos functioneert. Gebruik in dit geval de
meegeleverde verbindingskabel en verbindt de
afstandsbediening met de basisstation.
Achteruit
Rechter wiel
vooruit
De kabel kan ook gebruikt worden als de batterij
Rechter wiel
van de afstandsbediening leeg is. Laat de lege
achteruit
batterij wel in de afstandsbediening.
Veiligheidsvoorschriften:
).
Wissel echter nooit de Plus (+) en
Min (-) kabel van de spanningsbron.
Basisstation
Let op dat er zich tijdens het range-
ren niemand in het rangeerbereik
van de caravan of aanhanger be-
vindt!
Controleer ook de van u afgekeerde
zijde van de caravan of aanhanger.
Houdt u voldoende veiligheidsaf-
stand tijdens het rangeren.
Houdt u voldoende afstand van de
aandrijfrollen – ook bij onderhouds-
of schoonmaakwerkzaamheden.
Tijdens werkzaamheden in het be-
reik van de aandrijfrollen de installa-
tie altijd van stroom afkoppelen en
het voertuig tegen wegrollen zeke-
ren.
NL7