6
Druk op de
toets
REC
5
spreken. Het status LED
opnemen rood op. Als het geluidsniveau te
laag is
, volgt er na drie seconden een
a
opnamepauze en knippert het status LED.
7
Druk tijdens het opnemen op de
om het geluidsniveau aan te passen.
7
Druk op de
slimme toets
8
STOP
opname te stoppen.
-27
18
HQ
H Q
h
m
-2 7
1 8
h
m
2 : 3 4
2 : 3 4
D P M
0 9 5 5
.M P 3
P L A Y
D P M 0 9 5 5 . M P 3
S T O P
PLAY
STOP
a
158
All manuals and user guides at all-guides.com
5.3
Werken met indexmarkeringen
en begin te
licht tijdens het
Indexmarkeringen kunnen gebruikt worden om
6
bepaalde punten in een opname te markeren
als referentiepunten. Een referentiepunt kan
bijvoorbeeld het begin van een belangrijke sectie
+
of
–
toets
zijn, of een gedeelte van een opname dat u later
wil corrigeren of snel terugvinden.
a
om de
8
5.3.1
Een indexmarkering invoegen
6
1
Druk tijdens opnames op de
of afspeeltoets om een indexmarkering
1
5
toe te voegen.
twee seconden lang weergegeven.
8
7
HQ
I N D E X 1
D P M 0 9 5 5 . M P 3
STOP
5.3.2
Een indexmarkering verwijderen
1
Afspelen, snel vooruitspoelen of snel
terugspoelen naar de te verwijderen
indexmarkering.
Druk op de
2
gestopt bent om de indexmarkering te
verwijderen.
INDEX
Het indexnummer wordt
a
-27
18
h
m
H Q
-2 7
1 8
h
m
I N D E
X 1
D P M
0 9 5 5
.M P 3
S T O P
S P E E
D
SPEED
1
a
a
toets
terwijl u
INDEX
1
Gebruikershandleiding
toets