15.
Zaag nooit bij harde wind,
slecht weer, bij slecht zicht of
bij zeer hoge of lage tempe-
raturen. Controleer de boom
altijd op dode takken die
tijdens het kappen kunnen
vallen.
16.
Houd de handgrepen droog,
schoon en vrij van olie of
brandstofmengsel.
17.
Gebruik de kettingzaag al-
leen in goed geventileerde
17.
ruimtes. Start of laat de motor
nooit draaien in een gesloten
ruimte of gebouw. Explosie-
dampen bevatten gevaarlij-
ke koolmonoxide.
18.
18.
Gebruik de kettingzaag niet
in een boom tenzij u speciaal
hiervoor bent opgeleid.
19.
Bescherm tegen terugslag.
19. G
Terugslag is de opwaartse be-
bac
weging van de geleidestang
gui
die optreedt wanneer de
s
zaagketting aan de neus
gui
van de geleidestang contact
K
maakt met een object. Terug-
lo
slag kan leiden tot gevaarlijk
verlies van controle over de
kettingzaag.
20. W
20.
Zorg er bij het transport van
s
uw kettingzaag voor dat de
gui
juiste zwaardstang op zijn
plaats zit.
⚫
⚫
⚫
KICKBACK VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR KETTINGZAGGEBRUIKERS
•
Terugslag kan optreden wan-
neer de neus of punt van de
⚫
zaaggeleider een voorwerp
⚫
raakt, of wanneer het hout
⚫
sluit en de zaagketting in de
snede knelt. Tipcontact kan
⚫
saw
in sommige gevallen een
co
bliksemsnelle
caus
reactie veroorzaken, waar-
reac
door het zaagblad omhoog
up and bac
en terug in de richting van de
oper
bediener wordt getrokken.
chai
bar
Dit kan leiden tot ernstig per-
rapi
soonlijk letsel.
Vertrouw niet uitsluitend op
•
de
veiligheidsvoorzieningen
die in uw zaag zijn inge-
bouwd. Als gebruiker van een
kettingzaag moet u verschil-
lende stappen ondernemen
om tijdens zaagwerken onge-
vallen of letsel te voorkomen.
omgekeerde
⚫
⚫
⚫
1.
Met een basiskennis van terugslag
kun je het element van verrassing
⚫
verminderen of elimineren. Plot-
⚫
⚫
selinge verrassing draagt bij aan
ongevallen.
⚫
2.
Houd de zaag goed vast met
beide handen aan de achterste
w
handgreep en de linkerhand aan
handl
de voorste handgreep wanneer
fr
de motor draait. Gebruik een ste-
runni
vige greep met duimen en vingers
thu
rond de kettingzaaggrepen. Een
the
stevige grip helpt u de terugslag te
gr
k
verminderen en de controle over
the s
de zaag te behouden.
3.
Zorg ervoor dat het gebied waarin
u zaagt vrij is van obstakels. Zorg
dat de neus van het zaagblad niet
in aanraking komt met een boom-
stam, tak of andere obstructie die
kan worden geraakt terwijl u de
zaag bedient.
4.
Zaag bij hoge motortoerentallen.
5.
Zaag niet boven schouderhoogte
en buiten uw bereik.
5.
D
s
6.
Volg de installatie- en onder-
houdsinstructies van de fabrikant
voor de zaagketting.
7.
Gebruik
alleen
c
zaagbladen en kettingen die zijn
m
gespecificeerd door de fabrikant
van het produkt.
vervangende