GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
Ingrediënten moeten op ka‐
mertemperatuur zijn.
De oven berekent een geschatte bereidingseindtijd. Dit hangt af van de voedselkwaliteit, de
ingestelde ovenfunctie en de temperatuur.
Hoe gebruikt u: Voedselsensor
Stap 1
Schakel de oven in.
Stap 2
Selecteer de verwarmfunctie en, indien nodig, de oventemperatuur.
Stap 3
Invoegen: Voedselsensor.
Vlees, gevogelte en vis
Steek de punt van de Voedselsensor indien
mogelijk in het midden van het vlees, de vis,
in het dikste deel. Zorg ervoor dat ten minste
3/4 van de Voedselsensor in het gerecht zit.
Stap 4
Steek de Voedselsensor in de aansluiting op de voorkant van de oven.
Het display toont de huidige temperatuur van: Voedselsensor.
Stap 5
- druk om de kerntemperatuur van de sensor in te stellen.
26/156
Voor de beste kookresultaten:
Niet gebruiken voor vloei‐
bare gerechten.
Steek de punt van de Voedselsensor precies in
het midden van de stoofschotel. Voedselsensor
moet stevig op zijn plaats blijven tijdens het bak‐
proces. Gebruik een solide ingrediënt om dit voor
elkaar te krijgen. Gebruik de rand van de oven‐
schaal om de siliconen handgreep van de Voed‐
selsensor te ondersteunen. De punt van Voedsel‐
sensor mag de bodem van een ovenschaal niet
Tijdens het koken moet het in de
schaal blijven.
Stoofschotel
raken.