Het apparaat leren kennen
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende kookplaten.
Op pagina 2 vindt u een typenoverzicht met informatie over
afmetingen.
Het bedieningspaneel
Indicaties
Kookstanden
-
‚
Š
Restwarmte
/
•
œ
Timer
‰‰
Bedieningsvlakken
Hoofdschakelaar
#
Kookzone met twee ringen
ð
0+
Instelbereik
Timer
0
De kookzones
Kookzone
Kookzone met één ring
$
Kookzone met twee ringen
ð
Bijschakelen van de kookzone: de betreffende indicatie is verlicht.
Inschakelen van de kookzone: de grootte die het laatst is ingesteld, wordt automatisch gekozen
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie met twee standen.
Verschijnt er een
op het display, dan is de kookzone nog
•
heet. U kunt bijv. een klein gerecht warmhouden of couverture
Kookplaat instellen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt instellen. In de
tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en uit.
Inschakelen: raak het symbool
indicatie boven de hoofdschakelaar is verlicht. De kookplaat is
klaar voor gebruik.
Uitschakelen: raak het symbool
de hoofdschakelaar verdwijnt. Alle kookzones zijn
42
All manuals and user guides at all-guides.com
Bij- en uitschakelen
Kookzone kiezen, het symbool
#
aan. Er klinkt een signaal. De
aan tot de indicatie boven
#
Aanwijzingen
Wanneer u een symbool aanraakt, wordt de betreffende
■
functie geactiveerd.
Houd de bedieningsvlakken altijd droog. Vocht heeft een
■
nadelige invloed op de werking.
Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van indicaties en
■
sensoren komen. De elektronica kan oververhit raken.
aanraken
ð
smelten. Koelt de kookzone verder af, dan verandert de
indicatie in
œ
. De indicatie verdwijnt wanneer de kookzone
voldoende afgekoeld is.
uitgeschakeld. De restwarmte-indicatie blijft aan totdat de
kookzones voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzing: De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
Kookzone instellen
In het instelbereik stelt u de gewenste kookstand in.
Kookstand 1 = laagste vermogen
Kookstand 9 = hoogste vermogen
Elke kookstand heeft een tussenstand. Deze is aangeduid met
een punt.