b) Zender inschakelen
Schuif de functieschakelaar (zie afbeelding 1, pos. 2)
van de linker schakelaarstand „OFF" (uit) naar de
rechterkant in de stand „ON" (aan).
Het Power-LED (1) en vier LED's bovenaan de LED-
indicatorring (2) lichten op.
Van zodra u de stuurknuppel voor de pitch-functie (zie
afbeelding 1, pos. 8) naar boven beweegt, beginnen
de 3 LED's linksonder in de LED-indicatorring (3) te
knipperen.
Wanneer de stuurknuppel voor de pitch-functie zich
opnieuw in de onderste stand bevindt, gaan de vier
LED's bovenaan de LED-indicatorring (2) uit en de drie
LED's linksonder in de LED-indicatorring (3) blijven
branden.
De zender is nu gebruiksklaar.
Wanneer nu de stuurknuppel voor de pitch-functie
opnieuw helemaal naar boven wordt geschoven, lich-
ten alle LED's van de LED-indicatorring op afhankelijk
van de stand van de stuurknuppel.
Let op!
Als de 3 LED's linksonder in de LED-indicatorring tijdens het gebruik beginnen te knipperen, zijn de
geïnstalleerde batterijen leeg en moeten vervangen worden door nieuwe batterijen.
Afb. 3
67