aanbevolen instellingen voor temperatuur,
kooktijd en rekstand voor specifieke soorten
voedsel.
Tel de rekniveaus vanaf de bodem van de
oven.
Als u voor een speciaal recept de instelling
niet kunt vinden, zoek dan naar een
soortgelijk recept.
Zie het hoofdstuk "Energie-efficiëntie" voor
energiebesparingstips.
Symbolen gebruikt in de tabellen:
Soort voedsel
Verwarmingsfunctie
Temperatuur
Accessoire
Gewicht (kg)
Magnetronvermogen (W)
Inzetniveau
10.3 Informatie voor testinstituten
Bakken op één niveau
Testen in overeenstemming met: EN 60350-1, IEC 60350-1.
Kleine cakes, 20 stuks per
1)
bakplaat
Kleine cakes, 20 stuks per
1)
bakplaat
Zachte cake zonder vet
Zachte cake zonder vet
1)
Zandtaartdeeg
1)
Zandtaartdeeg
4)
Appeltaart
4)
Appeltaart
Boven + onderwarmte
Hetelucht
1)
Boven + onderwarmte
1)
Hetelucht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Boven + onderwarmte
Hetelucht
Kooktijd (min)
10.2 Lage Temperatuur Garen
Met deze functie bereidt u vlees en vis op
magere wijze mals. De voedingssensor meet
de temperatuur in het voedsel. Raadpleeg de
onderstaande tabel om de aanbevolen
temperatuurinstelling van het apparaat te
vinden
waarmee u de gewenste
temperatuur in het voedsel kunt bereiken
.
Voor het braden van smaak en kleur bakt u
het vlees enkele minuten in een hete pan
voordat u het in het apparaat plaatst. Doe het
voedsel in de braadschaal en leg het op een
bakplaat.
< 65
66 - 75
> 75
2) 3)
2
Bakplaat
2) 3)
2
Bakplaat
Bakrooster
1
Bakrooster
1
2) 3)
2
Bakplaat
2) 3)
2
Bakplaat
Bakrooster
1
Bakrooster
1
90
110
150
150
18 - 28
150
18 - 28
170
25 - 35
170
28 - 38
140
28 - 38
140
25 - 35
170
65 - 75
170
57 - 67
NEDERLANDS
19