Bediening
WAARSCHUWING! Levensgevaar!
Houd kinderen en onbevoegde personen
uit de buurt van het werkgebied! Houd
handen en voeten uit de buurt van bewe-
gende onderdelen! Er bestaat gevaar van
zeer zware verwondingen!
– Frame en hefmechanisme op beschadigingen en
vervormingen controleren.
– Dichtheid en werking van de hefcilinder controle-
ren.
– Controleer of de grond onder de krik vlak is en
voldoende draagvermogen heeft.
Ladingen optillen
WAARSCHUWING! Levensgevaar! Het
apparaat mag alleen op een stevige,
vlakke ondergrond met voldoende draag-
vermogen gebruikt worden.
Bij andere ondergronden bestaat het
gevaar van levensgevaarlijke verwondin-
gen en het kantelen van de lading.
WAARSCHUWING! Levensgevaar!
Lading altijd tegen dalen beveiligen!
Nooit aan onbeveiligde ladingen werken!
Er bestaat het gevaar van dalen en
levensgevaarlijke verwondingen!
WAARSCHUWING! Levensgevaar! Bij
het overschrijden van het maximale
draagvermogen bestaat het gevaar van
levensgevaarlijke verwondingen!
WAARSCHUWING! Levensgevaar!
Vóór het gebruik moet gegarandeerd zijn
dat het op te tillen voertuig niet door de
krik beschadigd wordt. Voertuig met een
wielkeg tegen wegrollen beveiligen. Er
bestaat gevaar van levensgevaarlijke ver-
wondingen!
► P. 4, afb. 3
– Klap de meegeleverde wielblokken uit zoals
weergegeven.
– Het voertuig met wielkeggen tegen wegrollen
beveiligen. Daarvoor steeds een wielkeg voor en
achter een band leggen.
– Parkeerrem bedienen en naar 1e versnelling c.q.
keuzehendelstand „P" schakelen.
– Krik zo onder het voertuig schuiven dat de schijf
onder de daarvoor bestemde opname ligt.
► P. 4, afb. 4
– Greepstang op daalklep (12) steken. Daalklep
sluiten door tegen de klok in te draaien.
– Greepstang in opname (11) steken en vergrende-
len door kort draaien.
– Lading door meermalig heffen en dalen van de
greepstang tot benodigde hoogte optillen.
Last beveiligen
– Ervoor zorgen, dat de bodem onder de onderzet-
bok effen is en voldoende draagvermogen heeft.
– Onderzetbokken op de daartoe voorziene plek
onder het voertuig plaatsen.
– De steun (7) er tot de benodigde hoogte uittrek-
ken.
– De last voorzichtig laten zakken, tot deze op de
onderzetbokken rust.
– De krik verwijderen.
WAARSCHUWING! Gevaar door val-
lende lasten! De bout en splitpen moe-
ten er bij gebruik van de onderzetbok
altijd volledig inzitten!
Ladingen neerlaten
WAARSCHUWING! Levensgevaar!
Zorg voor een langzaam en gecontroleerd
neerlaten van de krik. Bij het plots neerla-
ten van de lading bestaat het gevaar van
levensgevaarlijke verwondingen!
– Controleer of er zich geen personen, dieren of
voorwerpen onder de lading bevinden.
– Greepstang op daalklep (12) steken. Daalklep
langzaam openen door tegen de klok in te
draaien.
• De lading en de hefarm dalen.
Onderhoud en opslag
Onderhoud
– Controleer hydraulische cilinder en krik regelma-
tig op corrosie en olielekkage. Maak onbe-
schermde punten schoon met een schone doek.
– Bewegende onderdelen met geschikte smeerolie
smeren.
– Controleer voor ieder gebruik alle onderdelen van
het apparaat op compleetheid en beschadigin-
gen.
Hydraulica ontluchten.
Als het hefvermogen van het apparaat daalt, moet er
lucht uit de hefcilinder verwijderd worden.
– Daalklep openen (ten minste twee hele draaien
tegen de klok in).
– Greepstang ten minste twintig keer bedienen.
Hydraulische olie bijvullen
LET OP! Schade aan het milieu!
Hydraulische oliën zijn een groot gevaar
voor het milieu! Veeg gemorste hydrauli-
sche olie onmiddellijk weg.
Als het apparaat niet helemaal omhoog wordt bewo-
gen, moet er hydraulische olie bijgevuld worden.
LET OP! Schade aan het apparaat!
Gebruik alleen geschikte hydraulische
olie (► Technische gegevens).
Het vullen met motorolie, remvloeistof of
andere ongeschikte vloeistoffen kan lei-
den tot beschadiging van het apparaat.
– Afdekking (5) verwijderen.
– Vulstop op de hefcilinder openen en schone
hydraulische olie bijvullen.
NL
51