NL
• Niet-reglementair voorgeschreven gebruik;
• Ongeschikt inzetgereedschap;
• Ongeschikt materiaal;
• Onvoldoende onderhoud.
U kunt de gevaren duidelijk verminderen als u zich
aan volgende aanwijzingen houdt:
– Onderhoud het apparaat in overeenstemming
met de in de gebruiksaanwijzing vermelde
instructies.
– Vermijd het werken bij lage temperaturen.
– Houd uw lichaam en in het bijzonder de handen
bij koud weer warm.
– Las regelmatig een pauze in en beweeg daarbij
de handen om de doorbloeding te stimuleren.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Draag bij werkzaamheden met het apparaat
een veiligheidsbril.
Bij het werken met het apparaat een ge-
hoorbescherming dragen.
Draag bij werkzaamheden met veel stofont-
wikkeling een stofmasker.
Draag bij het werken met het apparaat geen
veiligheidshandschoenen.
Draag bij werkzaamheden met het apparaat
nauwsluitende werkkleding.
Dek lange haren af of draag evtl. een haar-
net.
Overzicht van uw apparaat
Aanwijzing: Hoe uw apparaat er daad-
werkelijk uitziet, kan van de afbeeldingen
afwijken.
Accuboormachine
► P. 3, afb. 1
1. Boorkop
2. Regelaar aanhaalmoment
3. Toerentalschakelaar
4. Draairichtingsschakelaar
5. Aan-Uit-schakelaar
6. Accu
Accu-laadstation
► P. 4, afb. 2
6. Accu
7. Accu-laadschacht
8. Controlelamp (rood)
9. Controlelamp (groen)
Leveringsomvang
• Gebruiksaanwijzing
• Accuboormachine
• Accu-laadstation
• Accu
88
• Schroevendraaierbit
Bediening
Accu laden
LET OP! Gevaar voor schade aan het
apparaat! Accu niet sterk ontladen.
LET OP! Gevaar voor schade aan het
apparaat! Druk na het automatisch uit-
schakelen van het apparaat niet verder op
de Aan/Uit-schakelaar
LET OP! Gevaar voor schade aan het
apparaat! De accu na afloop van het
laadproces altijd uit het laadstation verwij-
deren.
Aanwijzing: De li-ion accu kan te allen
tijde worden opgeladen zonder de levens-
duur te verkorten. Een onderbreking van
het laadproces beschadigt de accu niet.
• De accu moet vóór de eerste ingebruikneming
worden opgeladen (oplaadtijd: ► Technische
gegevens – p. 90).
– Vergrendelingstoetsen (10) aan beide kanten van
de accu indrukken en accu uit het apparaat trek-
ken (► P. 4, afb. 3).
– Plaats de accu in het laadstation (► P. 4, afb. 4).
– Steek de stekker van het laadstation in het stop-
contact.
De ladingstoestand wordt door de controlelamp-
jes (8) en (9) aangegeven:
– Steek de lader in het stopcontact, de groene LED
brandt.
– Schuif de accu in de lader, de rode LED gaat
branden om aan te geven dat het laden is begon-
nen.
– Wanneer het laden is voltooid, brandt de groene
LED.
– Trek de netstekker uit het stopcontact en verwij-
der de accu.
• Rood aan = opladen
• Groen aan = volledig opgeladen
– Plaats de accu in het apparaat en laat hem goed
vastklikken.
Gereedschap verwijderen
LET OP! Gevaar voor letsel! Kort na de
werkzaamheden kan het gereedschap
zeer heet zijn. Er bestaat gevaar voor ver-
branding! Laat een heet stuk gereed-
schap afkoelen. Reinig een heet stuk
gereedschap nooit met brandbare vloei-
stoffen.