3. Slangaansluiting
4. Vergrendelingshendel voor magazijn
5. Activeringsvergrendeling
Leveringsomvang
• Gebruiksaanwijzing
• Nietmachine
• Smeerolie
• Nietjes 21 Ga. 12 mm (1000×)
16 mm (1000×)
• Binnenzeskantsleutel 3 mm
• Binnenzeskantsleutel 4 mm
Bediening
Voor het inschakelen controleren!
Controleer de veilige toestand van het appa-
raat:
• Controleer of er geen zichtbare defecten
zijn.
• Controleer alle onderdelen op stevige
bevestiging.
• Controleer of druk in het persluchtsys-
teem is opgebouwd.
• Controleer of de persluchtaansluiting en
de drukkabels geen lekkage vertonen.
Persluchtvoorziening
LET OP! Risico op schade aan het
apparaat! Het apparaat mag uitslui-
tend met gereinigde, condensvrije en
olievernevelde perslucht worden
gebruikt.
• Kranen en slangen moeten overeenkom-
stig de druk en de noodzakelijke luchthoe-
veelheid zijn geplaatst.
• Altijd een perslucht-onderhoudseenheid
met filterdrukverlager en neveloliesmeer-
pot gebruiken.
– Persluchtslang op steekkoppeling plaat-
sen en veilig laten vastklikken (► P. 3,
afb. 2).
Magazijn vullen
► P. 4, afb. 3
GEVAAR! Risico op letsel! Bij alle
werkzaamheden aan het apparaat
moet de persluchtvoorziening worden
onderbroken.
Het apparaat mag uitsluitend met nietjes wor-
den gebruikt (toegest. afmeting: ► Te gebrui-
ken nietjes – p. 75).
– Magazijn met hendel (4) ontgrendelen en
openen.
– Nietjes zoals weergegeven plaatsen en
magazijn weer sluiten. Nietjes zijn juist
geplaatst als het magazijn zonder
weerstand kan worden gesloten.
Nietjes
WAARSCHUWING! Risico op let-
sel! Bij het nieten in harder materiaal
en bij langere nietjes bestaat risico op
terugslag.
Het apparaat altijd ver genoeg van
het werkstukoppervlak houden en
pas plaatsen als een nietje is
gewenst.
LET OP! Risico op schade aan het
apparaat! Verwerk uitsluitend de
door de fabrikant toegestane nietjes.
Toegest. afmetingen: ► Te gebruiken
nietjes – p. 75
– Draai de ontgrendeling (5) opzij en bedien
de trekker (2).
Reiniging en onderhoud
Reinigings- en onderhoudsoverzicht
Regelmatig, afhankelijk van het desbetref-
fende gebruik
Wat?
Apparaat reinigen.
Elke 50 bedrijfsuren of elke 3 maanden (bij
gebruik in stoffige omgeving ook frequen-
ter)
Wat?
Apparaat smeren.
Onderhoud
GEVAAR! Risico op letsel! Bij alle
werkzaamheden aan het apparaat
moet de persluchtvoorziening worden
onderbroken.
Olie bijvullen
Aanwijzing: Voor het direct smeren
van het apparaat of voor het bijmen-
gen van de perslucht-onderhoud-
seenheid adviseren wij motorolie
SAE 10 of SAE 20.
– Regelmatig olie in de slangaansluiting (3)
druppelen.
NL
Hoe?
Apparaat met iets
vochtige doek
schoonmaken.
Hoe?
► Olie bijvullen –
p. 73
73