Stihl BF-KM Notice D'emploi page 34

Nederlands
Het apparaat met beide handen vasthouden en
telkens kleine stukjes grond bewerken tot de
gewenste diepte is bereikt.
Tijdens de afsluitende werkzaamheden zo met
het apparaat werken dat er geen voetsporen
achterblijven. Vervolgens de omgewoelde grond
met een hark glad harken.
► Grond losmaken
De grond tussen de beplanting slechts opper‐
vlakkig losmaken. Als te diep in de grond wordt
gewerkt, kunnen de dicht aan de oppervlakte lig‐
gende plantenwortels worden beschadigd.
Om mogelijke schade aan het apparaat of
bomen te voorkomen, het apparaat zo bedienen
dat de boomwortels niet worden geraakt.
► Grondverbeteraars in de grond inwerken
Met het apparaat kunnen humus, compost, loof
of andere organische stoffen en mest in de
grond worden ingewerkt.
Als voorbereiding alle wortelresten, grote plan‐
tenresten en harde voorwerpen (stenen enz.)
verwijderen. De grondverbeteraars gelijkmatig
over de grond verdelen.
Tijdens het bewerken van de grond in een cirkel
of afwisselend in voorwaartse en achterwaartse
richting werken.
Na beëindiging van de werkzaamheden met een
hark de bewerkte grond glad harken.
► Voren trekken
Het apparaat langzaam naar achteren trekken.
Voor het verkrijgen van een diepe vore deze pro‐
cedure meerdere malen herhalen.
4.4.1 Freesmessen reinigen
Bij de werkzaamheden kunnen plantenresten
zoals bijv. wortels zich zeer strak om de frees‐
messen wikkelen. Voor het reinigen van de
freesmessen:
– De grondfrees uitschakelen en wachten tot de
freesmessen niet meer draaien.
– Trek de borgclip uit de as.
34
5 Vrijgegeven combimotoren
– De freesmessen van de as aftrekken
– Wortel- en plantenresten en aanhechtende
aarde verwijderen
WAARSCHUWING
Freesmessen zijn scherp. Tijdens de reiniging
handschoenen dragen.
5 Vrijgegeven combimotoren
5.1 Combimotoren
Alleen combimotoren gebruiken die door STIHL
worden geleverd of uitdrukkelijk voor de montage
zijn vrijgegeven.
Het gebruik van dit combigereedschap is alleen
met de volgende combimotoren toegestaan:
STIHL KM 56 R, KM 85 R, KM 94 R, KM 111 R,
KM 131, KM 131 R, KM 235.0, KM 235.0 R,
KMA 130 R, KMA 135 R, KMA 80.0 R, KMA
120.0 R; KMA 200.0 R
WAARSCHUWING
Bij apparaten met beugelhandgreep moet de
beugel (loopbegrenzer) zijn gemonteerd.
5.2 Motorzeisen met deelbare steel
Het combigereedschap kan ook worden gemon‐
teerd op de STIHL motorzeisen met deelbare
steel (T-modellen) (basismotorapparaten).
Het gebruik van dit combigereedschap is daar‐
naast ook nog op de volgende apparaten toege‐
staan:
STIHL FR 131 T, FR 235.0 T
WAARSCHUWING
Voor gebruik van de beugel (loopbegrenzer) de
handleiding van het apparaat in acht nemen.
6 Apparaat completeren
0458-478-9421-B