Télécharger Imprimer la page

Hamron 028824 Traduction Des Instructions D'origine page 52

Publicité

NL
3.5 Starthulp voor een voertuig
Voorzichtig! Gebruik het product niet als er
geen accu in het voertuig is geïnstalleerd, omdat dit het
elektrische systeem van het voertuig kan beschadigen.
Voorzichtig! Probeer een voertuig niet meer dan
3 keer achter elkaar met een starthulp te starten. Als het
voertuig na 3 pogingen niet start, raadpleeg dan een erkend
servicecentrum.
Let op! De interne batterij van het product moet een
laadniveau van ten minste 75% hebben om een voertuig met
starthulp te starten.
● Raadpleeg de gebruikershandleiding van het voertuig om
ervoor te zorgen dat de spanning van de accu
overeenkomt met de uitgangsspanning van het product.
● Het product mag alleen worden gebruikt als starthulp
voor voertuigen met een 12 V loodzuuraccusysteem.
● Alleen de startkabel die bij het product wordt geleverd
mag worden gebruikt.
● Zorg ervoor dat de uitgangskabels niet kunnen worden
beschadigd door de motorkap, deur en motoronderdelen.
Als de kap gesloten moet zijn tijdens het starten met
starthulp, moet u ervoor zorgen dat de kap de metalen
delen van de klemmen niet raakt of de isolatie van de
kabels doorknipt.
● Als de motor na de tweede poging niet gaat draaien,
controleer dan of de led-indicator van de startkabel
groen blijft. Raadpleeg '6 Problemen oplossen' op
pagina 53 als een led-indicator knippert of u piepend
geluid hoort.
● Houd er rekening mee dat koud weer de prestaties van
de interne batterij van het product kan beïnvloeden.
1
Zorg ervoor dat het contact en alle elektrische
apparaten zoals verwarming en verlichting van het
voertuig zijn uitgeschakeld.
2
Sluit de startkabel aan op het product (A). De groene
LED-indicator op de startkabel knippert om aan te
geven dat het product zich in de stand-bymodus
starthulp bevindt. (Afbeelding 5)
3
Zorg ervoor dat de minpool van het voertuig is
aangesloten op het chassis. Zo niet, raadpleegt u uw
reseller.
Voorzichtig! Zorg ervoor dat de kabels van het prod-
uct uit de buurt zijn van bewegende delen.
52
4
Sluit de rode klem (+) aan op de pluspool (+) van de
accu van het voertuig (B).
Waarschuwing! Sluit de zwarte klem (-) niet aan op
de carburateur of brandstofleidingen van het voertuig.
5
Verbind de zwarte klem (-) met het chassis, een
zwaar metalen deel van het frame of het motorblok
van het voertuig (C). De led-indicator op de startkabel
wordt groen om aan te geven dat het product klaar is
voor starthulp.
Let op! Als de accu van het voertuig extreem ontladen is,
kan de aanvankelijke stroomafname van het product de
kortsluitbeveiliging in de startkabel activeren. De startkabel
wordt automatisch gereset wanneer de toestand is
gecorrigeerd.
6
Start het voertuig en laat de motor maximaal
3 seconden aanzwengelen en wacht minimaal
1 minuut voor een tweede poging.
Let op! Als de motor na de tweede poging niet gaat draaien,
controleer dan of de led-indicator van de startkabel groen
blijft. Als een led-indicator knippert of u een piepend geluid
hoort, raadpleegt u '6 Problemen oplossen' op pagina 53.
7
Nadat de motor is gestart, koppelt u eerst de zwarte
klem (-) los en vervolgens de rode klem (+).
8
Laad het product zo snel mogelijk op. Raadpleeg
'3.2 De interne batterij van het product opladen' op
pagina 51.
3.6 De accu van het voertuig
opwarmen
Warm de accu op als het voertuig niet start, zelfs als de
groene led-indicator van de startkabel groen brandt.
1
Controleer of het product correct op het voertuig is
aangesloten. Zie '3.5 Starthulp voor een voertuig' op
pagina 52.
2
Schakel alle lichten en elektrische accessoires van
het voertuig gedurende 1 minuut in om stroom van
het product naar de accu te trekken.
3
Probeer de motor aan te zetten.
4
Als de motor niet start, herhaalt u de procedure.
Let op! Bij extreem koud weer kunnen 2–3
opwarmpogingen nodig zijn voordat de motor start.

Publicité

loading