Nederlands–3
Boordcomputer in-/uitschakelen
Voor het inschakelen van de boordcomputer drukt u kort op
de aan-/uittoets 5. De boordcomputer kan (bij voldoende ge-
laden interne accu) ook ingeschakeld worden als deze niet in
de houder geplaatst is.
Voor het uitschakelen van de boordcomputer drukt u op de
aan-/uittoets 5.
Is de boordcomputer niet in de houder geplaatst, dan scha-
kelt deze zich 1 minuut nadat de laatste toets is ingedrukt om
energiebesparende reden uit.
Als u uw eBike meerdere weken niet gebruikt, neem de
boordcomputer dan uit zijn houder. Bewaar de boord-
computer in een droge omgeving bij kamertemperatuur.
Laad de accu van de boordcomputer regelmatig op (uiter-
lijk om de 3 maanden).
Accuoplaadindicatie
De acculaadindicatie i geeft de laadtoestand van de eBike-
accu aan, niet de laadtoestand van de interne accu van de
boordcomputer. De laadtoestand van de eBike-accu kan
eveneens aan de LED's aan de accu zelf afgelezen worden.
In de indicatie i komt elk streepje in het accusymbool overeen
met ongeveer 20 % van de capaciteit:
De eBike-accu is volledig geladen.
De eBike-accu moet bijgeladen worden.
De LED's van de laadtoestandsindicatie aan de
accu gaan uit. De capaciteit voor de ondersteuning
van de aandrijving is opgebruikt en de ondersteu-
ning wordt uitgeschakeld. De resterende capaci-
teit wordt voor de verlichting en de boordcompu-
ter ter beschikking gesteld, de indicatie knippert.
De capaciteit van de eBike-accu volstaat voor nog
ongeveer 2 uur fietsverlichting. Met andere ver-
bruikers (bijv. automatische transmissie, laden
van externe toestellen aan de USB-aansluiting)
wordt hierbij geen rekening gehouden.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
de laatst weergegeven acculaadtoestand opgeslagen.
Wordt een eBike met twee accu's gebruikt, dan geeft de accu-
laadtoestandsindicatie i het vulpeil van beide accu's aan.
Worden aan een eBike met twee ge-
OF
plaatste accu's beide accu's aan de fiets
MPH
geladen, dan wordt op het display de
KM/
laadvoortgang van de beide accu's
weergegeven (op de afbeelding wordt
net de linker accu geladen). Welke van
de beide accu's net geladen wordt, kunt
u aan de knipperende indicatie aan de
accu herkennen.
1 270 020 XBI | (19.4.17)
Ondersteuningsniveau instellen
U kunt aan de bedieningseenheid 9 instellen hoe sterk de
eBike-aandrijving u bij het trappen ondersteunt. Het onder-
steuningsniveau kan altijd, ook tijdens het fietsen, gewijzigd
worden.
Opmerking: In sommige uitvoeringen is het ondersteunings-
niveau mogelijk vooraf ingesteld en kan dit niet worden gewij-
zigd. Het is ook mogelijk dat er uit minder ondersteuningsni-
veaus dan hier vermeld kan worden gekozen.
Als de eBike door de fabrikant met de „eMTB Mode" werd ge-
configureerd, dan verschijnt bij gebruik van de Intuvia op het
display even „eMTB Mode", wanneer het ondersteuningsni-
veau „SPORT" wordt gekozen. In de „eMTB Mode" worden
de ondersteuningsfactor en het draaimoment dynamisch af-
hankelijk van de trapkracht op de pedalen aangepast. De
„eMTB Mode" is alleen beschikbaar voor aandrijvingen van
de Performance Line CX.
De volgende ondersteuningsniveaus staan maximaal ter be-
schikking:
– „OFF": de motorondersteuning is uitgeschakeld, de eBike
kan zoals bij een normale fiets alleen door te trappen wor-
den voortbewogen. De duwhulp kan op dit ondersteu-
ningsniveau niet worden geactiveerd.
– „ECO": effectieve ondersteuning met maximale efficiëntie
voor maximaal bereik
– „TOUR": gelijkmatige ondersteuning voor tochten met
groot bereik
– „SPORT"/„eMTB":
„SPORT": krachtige ondersteuning voor sportief rijden op
heuvelachtige stukken en voor rijden in de stad
„eMTB": optimale ondersteuning op elk terrein, sportief
vertrekken, verbeterde dynamiek, maximale prestatie.
– „TURBO": maximale ondersteuning bij flink doortrappen,
voor sportief rijden
Voor het verhogen van het ondersteuningsniveau drukt u zo
vaak op de toets „+" 12 aan de bedieningseenheid tot het ge-
wenste ondersteuningsniveau op de indicatie b verschijnt,
voor het verlagen op de toets „–" 11.
Het opgeroepen motorvermogen verschijnt op de indicatie a.
Het maximale motorvermogen hangt van het gekozen onder-
steuningsniveau af.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
het laatst weergegeven ondersteuningsniveau opgeslagen,
de indicatie a van het motorvermogen blijft leeg.
Samenspel van eBike-systeem en versnellingen
Ook met de eBike-aandrijving kunt u de versnellingen net als
bij een normale fiets gebruiken (zie daarvoor de gebruiksaan-
wijzing van uw eBike).
Onafhankelijk van de aard van de versnelling is het raadzaam
om tijdens het schakelen het trappen kort te onderbreken.
Daardoor wordt het schakelen vergemakkelijkt en de slijtage
van de aandrijflijn beperkt.
Bosch eBike Systems