BEDIENING
Een uur voor het verstrijken van de inge-
stelde tijd worden de verwarmingselemen-
ten uitgeschakeld, de temperatuurinstelling
verandert in ---C en de oven start de koel-
cyclus.
Als de oven is afgekoeld tot 150°C begint
het ontgrendelen van de deur. Ontgrende-
ling van de deur wordt gesignaleerd doordat
het symbool
dooft. Na ontgrendeling van
de deur eindigt het programma op dezelfde
wijze als het halfautomatische programma,
zonder de mogelijkheid van "afbakken".
Bij pyrolyse is het niet mogelijk om tijdens
het programma de instellingen te wijzigen,
noch om het programma voort te zetten met
dezelfde instellingen. U kunt echter wel de
instellingen en de actuele temperatuur bekij-
ken. Na het uitzetten van het alarm gaat de
programmafunctie altijd over naar de stand-
bymodus.
ATTENTIE:
De ovendeur is uitgerust met een vergren-
deling die het openen van de deur tijdens
het proces onmogelijk maakt. Maak de deur
niet open om te voorkomen dat het reiniging-
sproces wordt onderbroken.
Als de pyrolyse wordt onderbroken door een
stroomstoring, gaat de programmafunctie
over op de koelmodus en opent vervolgens
de deur – net als tijdens de laatste 60 minu-
ten van het normale programma.
Als de pyrolyse wordt onderbroken doordat
de draaiknop op een andere positie wordt
gezet (inclusief 0), dan schakelt de oven
niet uit en voert ook de nieuwe instellingen
niet uit, maar gaat over op de koelmodus
en het openen van de deur zoals hierboven
beschreven. Na het ontgrendelen van de
deur schakelt de oven over naar de stand-
bymodus.
Als u tijdens het starten van de pyrolyse de
deur opent voor dat hij vergrendeld wordt,
dan reageert de programmafunctie met het
signaal [alarm geopende deur], wist het py-
rolyseprogramma en ontgrendelt de deur
(als boven).
Lees voordat u de pyrolytische reiniging
inschakelt het hoofdstuk "Reiniging en on-
derhoud".
Foutcodes
Wanneer er fouten zijn gedetecteerd, wordt
het programma onderbroken en verschijnt
een foutcode op de display:
E1 - temperatuursensor ontbreekt, u kunt de
oven niet gebruiken.
E2 - kortsluiting of beschadiging van de tem-
peratuursensor, u kunt de oven niet gebrui-
ken.
E3 - programmafunctie oververhit, u kunt de
oven niet gebruiken totdat hij is afgekoeld.
E4 - fout kerntemperatuurmeter – de fout
verdwijnt als de kerntemperatuurmeter is
verwijderd. U kunt de oven gebruiken met
programma's zonder kerntemperatuurme-
ter.
E5 - verkeerd geplaatste temperatuurvoeler
of kortsluiting in het circuit van de tempera-
tuurvoeler.
E6 - temperatuur in de ovenruimte is hoger
dan 320°C bij andere functies dan pyrolyse
of beschadiging van de temperatuursensor,
u kunt de oven niet gebruiken.
Prob - de kerntemperatuurmeter is inge-
bracht tijdens pyrolyse.
119