nl
Veilige montage
Neem bij het monteren van het apparaat de
veiligheidsaanwijzingen in acht.
¡ Elektrische aansluiting: alleen door een
erkend vakman. In geval van een verkeer-
de aansluiting komt de garantie te verval-
len.
¡ Alleen als de inbouw op deskundige wijze
en conform dit installatievoorschrift wordt
uitgevoerd, is de veiligheid bij het gebruik
gegarandeerd. Bij schade als gevolg van
een niet-deskundige inbouw is de mon-
teur aansprakelijk.
WAARSCHUWING ‒ Gevaar:
magnetisme!
Het apparaat bevat permanente magneten.
Deze kunnen elektronische implantaten, zo-
als pacemakers, of insulinepompen beïn-
vloeden.
▶ Personen met elektronische implantaten
dienen minimaal een afstand van 10 cm
tot het apparaat aan te houden.
Onderbouw
Geen koelapparaten, vaatwasmachines, ovens zon-
der ventilatie en wasmachines onderbouwen.
¡ Als u een oven onderbouwt, moet de werkbladdik-
te minstens 30 mm bedragen, in sommige geval-
len ook meer. Neem de aanwijzingen in de instal-
latiehandleiding bij de oven in acht.
¡ Let erop dat uitstekende delen, zoals de behuizing
of het snoer van de netaansluiting, niet in botsing
komen met bijvoorbeeld een lade.
Tussenbodem
Wanneer de onderkant van de kookplaat kan wor-
den aangeraakt, moet er een tussenschot worden
gemonteerd.
¡ Informeer in de vakhandel of er een tussenschot
als accessoire verkrijgbaar is.
¡ Wanneer u een eigen tussenschot gebruikt, moet
de minimale afstand tot de netaansluiting van het
apparaat 10 mm zijn.
Meubel voorbereiden
Het werkblad dient egaal, waterpas en stabiel te zijn.
¡ Laat de werkbladuitsparing alleen in een gespeci-
aliseerde werkplaats vervaardigen.
¡ Alleen waterbestendige werkbladen (bijv. natuur-
steen) gebruiken.
¡ De inbouwmeubelen moeten minstens 90 °C hitte-
bestendig zijn.
→ Fig.
1
Elektrische aansluiting
Controleer vóór de aansluiting van het apparaat de
elektrische installatie van de woning.
¡ Het apparaat voldoet aan veiligheidsklasse I en
mag alleen in combinatie met een geaarde aan-
sluiting worden gebruikt.
¡ De geïnstalleerde elektrische installatie dient vol-
gens de opbouwvoorschriften in de fasen te wor-
den voorzien van een separator.
¡ Als op het display van het apparaat
schijnt, is het verkeerd aangesloten. Haal de stek-
ker uit het stopcontact en controleer de aanslui-
ting.
Aansluiting zonder voorgemonteerde kabel
Sluit de kookplaat alleen aan volgens het aansluit-
schema.
¡ Bouw indien nodig de meegeleverde koperbrug-
gen in.
¡ De hoofdleiding moet van het type H05 VV-F of
hoger zijn.
¡ De draaddiameter moet overeenkomstig de
stroombelasting worden bepaald. Niet toegestaan
is een diameter < 1,5 mm².
Kookplaat inbrengen
De meegeleverde afdichting vastplakken.
1.
→ Fig.
2
De kookplaat horizontaal plaatsen en uitrichten.
2.
De leidingen niet inklemmen en niet over scherpe
randen leiden.
Het apparaat op werking controleren.
3.
De spleet tussen werkblad en keramiekplaat voe-
4.
gen met een geschikte siliconenlijm. Voordat er
zich een vel vormt, de siliconenlijm met behulp
van een met een zeepoplossing bevochtigde rakel
of vinger gladstrijken.
→ Fig.
3
Opmerkingen
¡ Toestel pas na het uitharden van de siliconenlijm
in gebruik nemen.
¡ Bij werkbladen van natuursteen kan het gebruik
van ongeschikte siliconenlijm leiden tot verkleurin-
gen. Een geschikte lijm kan via onze klantenservi-
ce worden betrokken.
Uitbouw van de kookplaat
Maak het apparaat spanningsloos.
1.
De afdichting langs de keramiekplaat omlopend
2.
uitsnijden.
De kookplaat er van onderaf uitdrukken.
3.
da
Sikker montage
Overhold disse sikkerhedsanvisninger un-
der montagen af apparatet.
¡ Elektrisk tilslutning: Må kun foretages af
en autoriseret elektriker. Ved forkert tilslut-
ning bortfalder garantiens gyldighed.
¡ Der kan kun garanteres for sikker anven-
delse af apparatet, hvis indbygningen fo-
retages i henhold til denne montagean-
visning. Montøren hæfter for skader, som
skyldes ukorrekt indbygning.
ADVARSEL ‒ Fare: Magnetisme!
Apparatet indeholder permanente magne-
ter. De kan påvirke elektroniske implantater,
f.eks. pacemakere eller insulinpumper.
▶ Personer med elektroniske implantater
skal overholde en minimumafstand på
10 cm til apparatet.
ver-
5