Na gebruik
Maak het apparaat schoon nadat u dit heeft gebruikt.
1. Laat het water weglopen. (Afb. 6)
Verwijder het water na elk gebruik.
Zet de schakelaar aan.
Afvoeruitgang
d
• Doe de schakelaar uit als er geen water meer uitkomt.
2. Afspoelen met water. (Afb. 7)
Verwijder het spuitstuk terwijl u op de knop drukt.
Verwijder de tank (door er krachtig aan te trekken).
Verwijder het onderdeksel.
<Verwijderen>
e
<Bevestigen>
f
• De tank en het onderdeksel kunnen in de
afwasmachine worden gereinigd.
3. Droog het af. (Afb. 8)
4. Plaats de tank terug, en berg het apparaat op. (Afb. 9)
Bevestig het onderdeksel.
Berg het spuitstuk op.
g
Zorg ervoor dat uw vinger niet beklemd raakt in de
opslageenheid van het spuitstuk
Duw het in de tank terwijl u de hoofdbehuizing draait.
h
Opbergpositie
i
Opmerkingen
• Gebruik geen thinner, benzine, alcohol of andere
chemicaliën om het apparaat te reinigen.
- Hierdoor kunnen storingen, barsten, verkleuringen van de
onderdelen ontstaan.
• Reinig de hoofdbehuizing en het spuitstuk niet met lauw
water met een temperatuur van meer dan 50 °C.
• Gebruik een normaal mild schoonmaakmiddel en
spoel goed met water af zodat er na het reinigen geen
schoonmaakmiddel achterblijft.
.
97