NL
2. De gastoevoer aansluiten en vervangen
De gastoevoer aansluiten
• Zorg vóórdat het toestel aangesloten wordt op een gasfles dat de rubberen afdichting op de regelaar op zijn plaats zit en in goede staat is
• Voordat u de slang en de regelaar op het apparaat aansluit, moet u ervoor zorgen dat de bedieningsknop (K) van het apparaat in de "OFF"-
stand staat ("•" – helemaal rechtsom draaien).
• Voer deze controle elke keer uit wanneer het toestel aan de gasfles aangesloten wordt.
• Blaas alle stof uit de opening van de gasfles om mogelijke blokkering van de gaspit te voorkomen.
•
LET OP! Houd bij het aandraaien van de sluitstukmoer het sluitstuk recht om gaslekken te voorkomen. Draai de moer aan met een passende
moersleutel
• Bevestig een goedgekeurde slang en regelaar aan het apparaat.
• Zorg ervoor dat de gastoevoer (gasfles / gaspatroon) op een goed geventileerde plaats wordt geïnstalleerd, uit de buurt van
ontstekingsbronnen zoals open vuur en uit de buurt van andere mensen.
• De gasslang niet afknijpen of verdraaien. Zorg ervoor dat de gasslang niet te dicht bij het kooktoestel komt om beschadiging van de
gasslang door hitte te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de gasfles altijd rechtop staat. Sluit de gasfles met de hand schroevend goed aan totdat hij volledig gekoppeld zit.
• Zorg ervoor dat er een volledige gasafdichting is gemaakt (controleer op gaslucht rond de aansluiting). Controleer niet op lekken met
een open vlam. Gebruik alleen warm zeepwater, aangebracht op de verbindingen en aansluitingen van het apparaat. Een lekkage is te
herkennen aan luchtbellen.
• Als u het lek niet kunt herstellen, dan het toestel niet gebruiken en contact opnemen met uw plaatselijke dealer.
Ontkoppelen en vervangen van de gastoevoer
• Draai na gebruik de bedieningsknop van het toestel naar de stand "OFF" en sluit de gastoevoer.
• Wanneer u uw lege fles moet vervangen, zorg er dan voor dat het gas is afgesloten bij het flesventiel.
• Rook niet tijdens het vervangen van de cilinder.
• Haal de regelaar uit de lege fles.
• Monteer de regelaar op de volle fles, zie bovenstaande instructies voor het aansluiten van de gastoevoer.
• Pas dezelfde zorg- en controleprocedures toe als bij het installeren van een nieuwe gasfles.
Hoe controleer je of je gasfles leeg is?
• De eenvoudigste manier om te controleren of het gasniveau laag is, is door de gasfles op te tillen.
• Als u merkt dat uw gasfles iets lichter is dan normaal, kunt u de fles wegen om te bepalen hoeveel gas er nog over is. Bij de meeste flessen staat
het tarragewicht op de hals- of onderring gestempeld en als het opgegeven gewicht overeenkomt met het gewicht van uw fles, heeft u geen
gas meer. Op basis van het gewichtsverschil kun je inschatten hoeveel gas er nog over is.
• Monteer het apparaat zoals getoond in Fig 2a en 2b.
L
J
H
70
70
Fig. 2a
F
H
Fig. 2b