- Voor het aanbrengen van het polijstmiddel
gebruikt u het schuimstofopzetstuk
· Let wel dat die vrij is van verontreinigingen.
· Verdeel het polijstmiddel gelijkmatig op
de polijst plateau. (Het polijstmiddel niet
rechtstreeks aanbrengen op het te polijsten
oppervlak)
· Schakel de polijstmachine alleen in of uit als het
toestel contact heeft met het te polijsten
oppervlak.
· Leg de verlengkabel over uw schouder en
bewerk eerst de effen en grote oppervlakken
zoals b.v.
motorkap, kofferruimtedeksel en dak.
· Werk met gelijkmatige bewegingen.
· Belangrijk! Breng de polijstmachine met het te
polijsten oppervlak lichtjes in contact zonder
hard aan te drukken!
· Vervolgens gaat u over tot het bewerken van de
kleinere oppervlakken (b.v. deuren).
- Voor het napolijsten gebruikt u de lamsvelschijf
(fig. 7)
· Let wel dat ook die vrij is van verontreinigingen.
· Verwijder de polijstlaag in dezelfde volgorde
zoals u het polijstmiddel hebt aangebracht.
· Let op! Oefen geen druk uit op de
polijstmachine!
Onderhoudhints
· Voor een optimale bescherming van het lakwerk
is het aan te raden uw wagen twee tot drie keer
per jaar te polijsten.
· Was uw wagen minstens om de 2 weken.
Vermijdt het gebruik van huishoudelijke
wasmiddelen omdat die het lakwerk kunnen
beschadigen en de waslaag verwijderen.
· Was uw wagen met een schone spons. Werk van
boven naar beneden.
· Insecten, vogeldrek en teerplekken dienen
dagelijks van het lakwerk te worden verwijderd.
· Om de voorkomen dat het
glasschoonmaakmiddel
het lakwerk bevochtigt is het raadzaam dit
middel op de wasdoek te sproeien, niet
rechtstreeks op de ruiten.
5. TECHNISCHE GEGEVENS
Netspanning:
Opgenomen vermogen:
Toerental:
Polijstplateau:
Aansluitschroefdraad:
Geluidsvermogen L
Geluidsdrukniveau L
Vibratie a
:
ah,P
Extra-geïsoleerd:
6. Reiniging en onderhoud
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
6.1 Reiniging
• Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
• Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
• Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kunnen
aantasten. Let er goed op dat geen water in het
toestel terechtkomt.
6.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de
koolborstels door een bekwame elektricien
nazien.
Let op! De koolborstels mogen enkel door een
bekwame elektricien worden vervangen.
6.3 Onderhoud
• In het toestel zijn er geen andere te
onderhouden onderdelen.
61
220-240 V~ 50/60 Hz
1200 watt
0-3000 t/min.
180 mm
:
71 dB(A)
WA
:
82 dB(A)
PA
3,36 m/s
M 14
2
II/