B
Schema met de mogelijke aansluitingen
OPMERKING
• De nominale spanning van de verwarmende elementen
is 230V.
• Bij elke aansluiting moet de aarding verbonden zijn met
de klem ter hoogte van het symbool
Voor 230 V eenfasige aansluiting met een nuldraad
zijn de aansluitklemmen 1-2-3 en 4-5 overbrugd
1
en wordt de aardedraad op de aardingsklem
aangesloten.
Voor 400/230 V tweefasige aansluiting met
een nuldraad zijn de aansluitklemmen 2-3 en
2
4-5 overbrugd en wordt de aardedraad op de
aardingsklem
Voor 400/230 V driefasige aansluiting met een
nuldraad, zijn de aansluitklemmen 4-5 overbrugd,
worden de individuele fasedraden op respectievelijk
3
de aansluitklemmen 1, 2, 3 aangesloten, wordt
de nuldraad op de overbruggingsklemmen 4-5
aangesloten en wordt de aardedraad op de
aardingsklem
L1, L2, L3 - Fasedraden; N - Nuldraad; PE - Aardedraad
De pijlen in de bovenstaande schema's geven aan waar u de individuele kabeldraden dient
Gebruik van het toestel
aangesloten.
aangesloten.
aan te sluiten.
74
PE.
3
2
1N~
1
L1
3
2
2N~
L2
1
L1
3
L3
2
3N~
L2
1
L1
NL
Aanbevolen
soort
aansluitkabel
4
H05VV-F3G4
5
3X 4 mm
2
N
PE
4
H05VV-F4G2,5
5
4X 2,5 mm
2
N
PE
4
H05VV-F5G1,5
5
5X 2,5 mm
2
N
PE