nl
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
■
uren duren voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt. Vóór die tijd
geen levensmiddelen in het apparaat
leggen.
Door het volledig automatische
■
NoFrost systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is niet nodig.
De voorzijde van het apparaat achter
■
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van
de deurafdichting wordt voorkomen.
Wanneer de deur van
■
de diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot
de onderdruk is verdwenen.
Instellen van
de temperatuur
Diepvriesruimte
De temperatuur is instelbaar van -16 °C
tot -24 °C.
Temperatuur-insteltoets 3 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de diepvriesruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 4.
80
Alarmfuncties
Het alarmsignaal wordt automatisch
ingeschakeld als het in
de diepvriesruimte te warm is.
Alarmsignaal uit te schakelen
Afb. "
De alarm-toets 1 indrukken om
het alarmsignaal uit te schakelen.
De indicatie kan hierna opnieuw
in werking treden.
Deuralarm
Het deuralarm (aanhoudend
geluidssignaal) wordt ingeschakeld
wanneer de deur van het apparaat
langer dan een minuut openstaat. Door
de deur te sluiten wordt het alarmsignaal
weer uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Het temperatuuralarm wordt
ingeschakeld als het
in de diepvriesruimte te warm
is waardoor de diepvrieswaren kunnen
ontdooien. Er is een pieptoon te horen.
Alarm-
Temperatuurind
toets
icatie
brandt
knippert
knippert knippert
knippert brandt
Verklaring
Temperatuuralarm:
De diepvrieswaren
lopen geen gevaar.
Ontdooialarm:
De diepvrieswaren
lopen gevaar.
Ontdooialarm:
In het verleden was
het te warm. De
diepvrieswaren
lopen gevaar.