Télécharger Imprimer la page

Castolin SynARC 180 Mode D'emploi page 195

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 1
CASTOLIN SynARC 180 & SynARC 200
rimpelingen. Als de lassnelheid te hoog is, en de lasparel smal en hoog is, zijn de rimpelingen
ruw, en wordt de fusie niet goed uitgevoerd. Als de lassnelheid te laag is, is de kraterbreedte te
groot en wordt het werkstuk gemakkelijk doorgebrand. Bovendien moet de stroom goed zijn,
moet de elektrode worden uitgelijnd, moet de boog laag zijn en moet de lassnelheid niet te hoog
zijn en tijdens het hele lasproces uniform worden gehouden.
1 neerwaartse toevoer
2-beweeg naar de lasrichting
3-omgekeerd zwaaien
Fig11 Drie fundamentele bewegingsrichtingen van
de elektrode
6. Boogblussing
Het doven van de boog is onvermijdelijk tijdens het lassen. Een slechte boogdoving kan leiden tot een
ondiepe laskrater en een slechte dichtheid en sterkte van het lasmetaal, waardoor scheuren, luchtgaten,
slakinsluiting en tekorten gemakkelijk kunnen ontstaan. Trek het uiteinde van de elektrode geleidelijk naar
de groef en verhoog de boog bij het doven van de boog, om de laskrater te verkleinen en het metaal en
de hitte te verminderen. Zo kunnen defecten zoals scheuren en luchtgaten worden vermeden. Stapel het
lasmetaal van de krater op om de laskrater voldoende over te brengen bij het doven van de boog.
Verwijder dan het overtollige deel na het lassen. De verrichtingswijzen van boog het doven worden
getoond in de hieronder figuur.
a) boogdoving aan de buitenkant van de
lasparel
Fig 13 Vlamboogdoving
Fig12 Hoeken van de elektrode bij
vlaklassen
b) boogdoving op de lasrups

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Synarc 200