5. Sluit het deksel en breng het waterreser-
voir opnieuw aan.
6. Plaats uw etenswaren in de oven op de
aanbevolen rekstand.
7. Schakel de oven in door de
te raken.
8. Schakel de onderste rij bedieningsfunc-
ties in door "Extra functie inschakeling"
aan te raken op het functiescherm.
9. Raak "Stoomfunctie" aan het op het
functiescherm.
ð De bereidingsfuncties waarmee u
kunt stoomkoken worden weerge-
geven op het scherm. De actieve
bedieningsfunctie licht helderder
op.
10.Raak de bedieningsfunctie die u wilt ge-
bruiken voor het stoomkoken.
ð De specifiek voorgedefinieerde
toets aan
11.U kunt het stoomniveau overschakelen
op laag naargelang het type etenswa-
ren. Raak Stoomfunctie aan om om te
schakelen.
12.De voorgedefinieerde temperatuur voor
de bedieningsfunctie die u hebt geselec-
teerd, verschijnt op het scherm. Om de-
ze temperatuur te wijzigen, drukt u de
magnetron bedieningsknop in of raakt u
de
ningsknop naar links/rechts.
ð Het
NL / 81
temperatuur en het
(hoog niveau stoom) voor de gese-
lecteerde functie verschijnt op het
scherm.
toets aan en draait u de bedie-
symbool verschijnt op het
temperatuurscherm.
FR
symbool
NL