6.2 Bedieningsveld
De maairobot werd reeds in de fabriek gepro-
grammeerd en standaard instellingen daaraan
zijn uitgevoerd. Deze kunnen indien nodig echter
worden veranderd. Ook al zijn de fabrieksinstellin-
gen geschikt voor de meeste tuinen, u moet zich
toch vertrouwd maken met de beschikbare opties.
Verklaring van de LEDs van het bedienings-
veld (afbeelding 9a)
50. Tijd-LEDs: indicatie van de dagelijkse maaiti-
jd
51. Vergrendelings-LED: indicatie van de toetsb-
lokkering
52. Status-LED: indicatie van de status van de
maairobot en van het maaivlak
53. Begrenzingsdraad-LED: indicatie of er sprake
is van een fout van de begrenzingsdraad
54. Accu-LED: indicatie van de toestand van de
accu
55. Alarm-LED: indicatie van fouten resp. geacti-
veerde regensensor
Verklaring van de toetsopties van het bedie-
ningsveld (afbeelding 9b)
60. Toetsen voor de instelling van de maaitijd en
PIN-invoer
61. Toets 'HOME'
62. Vergrendelingstoets
63. Toets 'OK'
64. Toets 'START'
6.3 Maaihoogteverstelling
Opgelet! Het verstellen van de maaihoogte mag
alleen worden uitgevoerd bij uitgeschakelde
maairobot. Druk daarvoor op de STOP-toets (3).
De maairobot maakt via de maaihoogteverstelling
(4) een traploze aanpassing van de maaihoogte
tussen 20 en 60 mm mogelijk, die op de schaal
kan worden afgelezen.
Als het gras hoger is dan 60 mm, dan moet het tot
minstens 60 mm worden gekort om de maairobot
niet overmatig te belasten en de effi ciëntie niet
te verlagen. Gebruik daarvoor een conventionele
grasmaaier of een trimmer.
Na afsluiting van de installatie kan de maaihoogte
via de verstelling (4) worden aangepast. Begin al-
tijd met een hogere maaihoogte en verlaag deze
in kleine stappen tot aan de gewenste hoogte.
6.4 Blokkeerinrichting / PIN
De blokkeerinrichting verhindert een niet toeges-
tane inzet van de maairobot zonder een geldige
code. Daarvoor moet u een persoonlijke veilig-
heidscode invoeren die bestaat uit vier tekens.
Anl_FREELEXO_Basic_SPK9.indb 143
Anl_FREELEXO_Basic_SPK9.indb 143
NL
Ontgrendeling
-
Voordat u de maairobot in bedrijf neemt moet
u de correcte PIN invoeren (standaard PIN:
'1-2-3-4'). Open hiervoor de afdekking van
het display (25) en druk op de vergrende-
lingstoets (62). Voer vervolgens de PIN lang-
zaam in en bevestig de invoer met de toets
'OK' (63). De bedieningsfuncties worden
ontgrendeld en de vergrendelings-LED (51)
brandt groen.
-
Wanneer u een verkeerde PIN invoert, dan
licht de vergrendelings-LED (51) rood op.
Druk op de vergrendelingstoets (62) en voer
de PIN opnieuw in.
Vergrendeling
Wanneer u het bedieningsveld (2) wilt vergrende-
len, druk dan op de vergrendelingstoets (62). De
vergrendelings-LED (51) licht nu rood op.
Standaard PIN:
Nieuwe PIN:
1 2 3 4
_ _ _ _
PIN wijzigen
Om de PIN te wijzigen gaat u als volgt te werk:
1. Ontgrendel het bedieningsveld.
2. Druk gedurende 3 seconden gelijktijdig op de
toets 'OK' (63) en de toets '4H' (60). De tijd-
LEDs (50) lichten gelijktijdig op.
3. Voer een nieuwe PIN (vier tekens) in. Druk op
de toets 'OK' (63).
4. Herhaal stap 3 om de nieuwe PIN te bevesti-
gen.
5. Opgelet! Noteer de nieuwe PIN!
PIN aanvragen bij verlies
Houd de kwitantie en het serienummer van de
maairobot bij de hand. Deze heeft u nodig om uw
PIN te ontvangen!
1. Sluit aan de USB-aansluiting (26) zoals af-
gebeeld een lege USB-stick aan (afbeelding
11).
2. Schakel de hoofdschakelaar (7) in (ON).
3. De maairobot slaat de PUK automatisch op
op uw USB-stick en beëindigt het proces met
een pieptoon.
4. Trek de USB-stick eruit. Lees de gegevens
op de USB-stick uit op een computer. Door
de maairobot werd een tekstbestand (*.txt)
aangemaakt. Dit bestand bevat een PUK,
een persoonlijke code. Wend u tot de klanten-
dienst om uw PIN te ontvangen.
- 143 -
16.12.2020 13:34:09
16.12.2020 13:34:09