2. Schuif nu de ontvanger in de montageplaat (K).
3. Verbind de connectoren van de ventilator en de ontvanger met elkaar, (zie figuur L).
MONTAGE - Het monteren van de ventilator aan de montageplaat
1. Plaats nu de sierkap over de montageplaat en schroef deze vast.
LET OP: Plaats de kabel met sensor in de uitsparing van de sierkap en plak deze vervolgens op het plafond
met de sticker op de onderzijde.
2. Plaats de twee schroeven terug in de sierkap en draai ook deze stevig vast (M).
De ventilator is nu op de juiste manier gemonteerd. U kunt nu in uw meterkast de stroom weer inschakelen.
GEBRUIK - Bediening
De ventilator is te bedienen via de bijgeleverde
afstandsbediening. Het apparaat heeft 3 snelheden
die elke via een aparte knop te bedienen zijn:
snel, gemiddeld en langzaam.
K
M
26
L
KNOP
FUNCTIE
0
VENT. AAN/UIT
MAX. VENT. SNELHEID
MED. VENT. SNELHEID
MIN. VENT. SNELHEID
NL