nl Ontdooien
Correcte instelling
Ontdooien
Ontdooien
Houdt u de informatie aan, wanneer
Ontdooien
u uw apparaat wilt ontdooien.
Ontdooien in het koelvak.
Tijdens het gebruik vormen zich op
de achterwand van het koelvak af-
hankelijk van de werking waterdrup-
pels of rijp. De achterwand van het
koelvak ontdooit automatisch.
Het dooiwater loopt via de dooiwater-
goot in het afvoergat naar de ver-
dampingsschaal en hoeft niet worden
afgeveegd.
Neem de volgende informatie in acht
om ervoor te zorgen dat dooiwater
kan weglopen en geurvorming wordt
vermeden:
→ "De dooiwatergoot en het afvoer-
gat reinigen.", Pagina 107.
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat
Reiniging en onderhoud
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
De reiniging van ontoegankelijke
plaatsen moet door de servicedienst
worden uitgevoerd. Aan de reiniging
door de servicedienst kunnen kosten
verbonden zijn.
Apparaat voorbereiden voor
reiniging
Informatie over de wijze waarop u uw
apparaat voorbereid voor reiniging
"Het apparaat uitschakelen."
1.
→ Pagina 104
106
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Haal alle levensmiddelen uit het
3.
apparaat en bewaar deze op een
koele plek.
Indien beschikbaar koelelementen
op de levensmiddelen leggen.
Als een rijplaag voorhanden is, de-
4.
ze laten ontdooien.
"Neem alle uitrustingsdelen uit het
5.
apparaat." → Pagina 107
Apparaat schoonmaken
Maak het apparaat schoon zoals
voorgeschreven, zodat het niet door
een verkeerde reiniging of onge-
schikte schoonmaakmiddelen be-
schadigd raakt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Binnendringend vocht kan een
schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger of hoge-
▶
drukreiniger gebruiken om het
apparaat te reinigen.
¡ Vloeistof in de verlichting kan ge-
vaarlijk zijn.
Het sop mag niet in de verlich-
▶
ting terechtkomen.
LET OP!
¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen
kunnen de oppervlakken van het
apparaat beschadigen.
Geen harde schuur- of afwas-
▶
sponsjes gebruiken.
Geen scherpe of schurende rei-
▶
nigingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende rei-
▶
nigingsmiddelen gebruiken.