Electronische Voltage Regeling (TRIAC / solid-state / fase
afsnijding)
• Verlaag de spanning niet tot minder dan 40% van de nominale spanning
zoals vermeld op de typeplaat.
• Motorgeluid (brommen) kan optreden als gevolg van dit type regeling
Transformator spanningsregeling
• Verlaag de spanning niet tot minder dan 40% van de nominale spanning
zoals vermeld op de typeplaat.
6
Inbedrijfstelling
Controleer voorafgaand aan de eerste inbedrijfstelling dat:
1.
De installatie en elektrische aansluiting goed zijn uitgevoerd.
2.
Er geen vreemde voorwerpen aanwezig zijn in de ventilator en ventilator
behuizing.
3.
Alle benodigde veiligheidsvoorzieningen zoals beschermroosters aange-
bracht zijn.
Eerste inbedrijfstelling
1.
Schakel de voeding kort in en controleer of de waaier in de juiste richting
draait. Corrigeer indien nodig:
– Bij 3~ ventilatoren: wissel 2 van de 3 fasen van de voeding
– Bij 1~ ventilatoren: neem contact op met uw leverancier
2.
Laat de ventilator draaien en controleer dat deze zonder vreemde gelui-
den en trillingsarm werkt. Controleer of de stroomopname binnen de li-
mieten voor volledige belasting valt zoals vermeld op het typeplaatje en
het datablad.
3.
Raadpleeg het hoofdstuk Foutopsporing in deze instructies als er iets
ongewoon lijkt te zijn.
1 Draairichting van de waaier
2 Luchtstroom richting
7
Gebruik
Wees altijd alert wanneer de ventilator in bedrijf is. Schakel de ventilator
onmiddellijk uit en isoleer de ventilator van de stroomvoorziening als er iets
ongewoon lijkt te zijn. Raadpleeg het hoofdstuk Foutopsporing in deze
instructies als er iets ongewoon lijkt te zijn.
GEVAAR
Als de ingebouwde thermische beveiliging in serie staat met de
voeding en wordt geactiveerd, start de ventilator motor na het
afkoelen automatisch opnieuw.
Gevaar voor letsel door onverwachte start.
16 | NEDERLANDS
VOORZICHTIG
De ventilator motor kan heet worden tijdens gebruik
Raak deze niet aan om brandwonden te voorkomen
Infrequent gebruik.
Als de ventilator minder vaak dan één keer per maand wordt gebruikt, moet u
de ventilator elke maand minstens 2 uur op volle snelheid laten draaien, om
vochtophoping in de ventilator motor te voorkomen en het smeermiddel in de
lagers in goede conditie te houden.
8
Onderhoud
GEVAAR
Schakel de ventilator uit en isoleer de de ventilator volledig van
de stroomvoorziening voordat met het onderhoud wordt begon-
nen.
WAARSCHUWING
Alle bewegende delen moeten volledig stilstaan voordat met
het onderhoud wordt begonnen.
8.1
Onderhoudsschema
► Onderhoudstaken - MAANDELIJKS UIT TE VOEREN
1. Controleer de ventilatorbehuizing op beschadigingen en verwijder vuil
dat zich afgezet heeft.
2. Controleer de motor en verwijder vuil dat zich heeft afgezet op de motor
en tussen de koelribben van de motor.
3. Controleer de waaier op beschadigingen en verwijder vuil dat zich afge-
zet heeft.
4. Controleer de toestand van de afschermingen (indien geïnstalleerd) en
verwijder vuil dat zich afgezet heeft.
► Onderhoudstaken - ELKE 3 MAANDEN UIT TE VOEREN
1. Controleer de toestand van de lagers.
2. Controleer de spanning en de toestand van de v-snaar.
3. Controleer of de bevestigingen en bevestigingsmiddelen goed vastzitten.
► Onderhoudstaken - JAARLIJKS UIT TE VOEREN
1. Alleen voor 1~ ventilator motoren: controleer de capaciteit van de con-
densator.
8.2
Onderhoudsonderwerpen
Reiniging
In toepassingsgebieden met hoge verontreinigingsniveaus moeten de
reinigingsintervallen overeenkomstig worden aangepast.
Reiniging gebeurt bij voorkeur met een zachte borstel. Gebruik voor het
reinigen geen agressieve reinigingsmiddelen, oplosmiddelen of chemicaliën.
Natte reiniging
Natte reiniging is toegestaan met schoon water onder lage druk. Voorkom het
richten van waterstralen op lagers en elektrische aansluitingen zoveel
mogelijk.
Wanneer natte reiniging gepland is, sluit open condensaatafvoergaten
voorafgaand aan natte reiniging.
Basket Fan 130
Originele instructies
INS00018-C