6. Leid het uiteinde van de kabelbundel met het 6-voudige stekkerblok dat is gemerkt met de letter L naar het linker
parkeerlicht achter.
a) Leid het 6-voudige aansluitblok van het linker parkeerlicht achter dat zich aan de kant van het voertuig bevindt,
samen met de kabelgeleiders naar de bagageruimte en verbind het met de overeenstemmende aansluiting van
de kabelbundel.
b) Trek de overige aansluitblokken van de kabelbundel naar buiten, steek de gemonteerde kabelgeleider in de
opening van de doorgang, zodanig dat de kabeluitgang naar beneden is gericht. Leg de resterende
aansluitblokken van de kabelbundel op het achterlicht.
7. Leid het resterende uiteinde van de kabelbundel dat is gemarkeerd met de letter R onder de laadrand over de
achterplaat naar het rechter parkeerlicht achter.
a) Leid het 6-voudige aansluitblok van het rechter parkeerlicht achter dat zich aan de kant van het voertuig
bevindt, samen met de kabelgeleiders naar de bagageruimte en verbind het met de overeenstemmende
aansluiting van de kabelbundel.
b) Trek de overige aansluitblokken van de kabelbundel naar buiten, steek de gemonteerde kabelgeleider in de
opening van de doorgang, zodanig dat de kabeluitgang naar beneden is gericht. Leg de resterende
aansluitblokken van de kabelbundel op het achterlicht.
8. Steek het 10-voudige aansluitblok en de 14-voudige kabelbundel in de hiervoor bestemde plaats in de module. Bevestig
de module in het bovenste gedeelte van de bagageruimte, aan de linkerkant. Maak hierbij gebruik van beide stukken
klittenband.
a) Leid de rood/gele, oranje en rode kabels langs de linkerkant van het voertuig naar de voetenruimte aan de
bestuurderskant. Bevestig de kabeluiteinden van de leidingen (rood, rood/geel, oranje) aan klem 30 (accu +)
van het aansluitblok van de relaishouder in de voetenruimte aan de bestuurderskant. Bevestig de
zekeringsbasis met behulp van de meegeleverde kabelbinders.
9. Sluit het kabeluiteinde van de bruine kabel aan op het massapunt aan de kant van het voertuig.
10. Voertuigen zonder parkeerhulp (APS):
De wit/groene kabel eindigt zonder verbinding in het linker zijscherm van de bagageruimte (hij is niet nodig).
Isoleer het platte contact van de wit/groene kabel.
11. Voertuigen met parkeerhulp (APS):
Leid de wit/groene kabel uit de kabelbundel naar het besturingsmechanisme van de parkeerhulp (onder het uiteinde
van de doorgang naar het linker parkeerlicht achter). Maak het bruine 16-voudige aansluitblok los van het
besturingsmechanisme, deblokkeer het stekkerblok en trek de aansluitingen uit het scherm. Deblokkeer het
aansluitcontact uit opening 5 en trek hem uit het stekkerblok. Steek de wit/groene leiding van de kabelbundel in
opening 5 en plaats het stekkerblok opnieuw in het aansluitscherm. Maak de kabels vast en sluit het 16-voudige
aansluitblok aan op het besturingsmechanisme van de parkeerhulp.
De zekeringen van de kabelbundel zijn bestemd voor de volgende aanhangerfuncties:
Kabel
rood/geel
rood
oranje
De beschadiging van een knipperlicht van de aanhangwagen wordt door een hogere frequentie van het
Alle leidingen monteren met de bijgevoegde klembanden, eerder gedemonteerde onderdelen weer aanbrengen.
De accu aansluiten en alle functies van het voertuig controleren met aangekoppelde aanhanger of geschikt
Zekering
10A
lampje van de remlichten, rechter achterlicht
10A
knipperlicht, voorlicht, linker achterlicht
2A
elektronicabeveiliging aanhangermodule
Opmerking omtrent knipperlicht van de aanhangwagen:
knipperenvan controlelampje in het voertuig aangegeven!!
Montage-instructie is voor de klant bestemd!!!
Aanhangerfunctie
testapparaat.