Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
1. Bodemkamer met schroefventiel
1. Draai de afsluitdop (10c) van het schroefven-
tiel (10) tegen de richting van de wijzers van
de klok in open (afb. H).
2. Pomp de bodemkamer
pomp op.
3. Controleer de bedrijfsdruk, zoals in de
paragraaf „Controle van de bedrijfsdruk"
beschreven.
4. Draai de afsluitdop (10c) van het schroefven-
tiel (10) in de richting van de wijzers van de
klok weer dicht.
2. Onderste zijkamers met stopventiel
1. Open de ventielsluiting (afb. K).
2. Pomp de onderste zijkamers
betreffende pomp op.
3. Controleer de bedrijfsdruk, zoals in de
paragraaf „Controle van de bedrijfsdruk"
beschreven.
4. Sluit de ventielsluiting en laat het ventiel door
lichte druk verzinken (afb. J/K).
3. Bovenste zijkamers met schroefven-
tiel
1. Draai de afsluitdop (10c) van het schroefven-
tiel (10) tegen de richting van de wijzers van
de klok in open (afb. H).
2. Pomp de bovenste zijkamers
betreffende pomp op.
3. Controleer de bedrijfsdruk, zoals in de
paragraaf „Controle van de bedrijfsdruk"
beschreven.
4. Draai de afsluitdop (10c) van het schroefven-
tiel (10) in de richting van de wijzers van de
klok weer dicht.
Controle van de bedrijfsdruk
BELANGRIJK!
Het PVC-materiaal rekt een beetje uit
nadat het artikel voor het eerst opge-
pompt werd en bereikt niet weer zijn
oorspronkelijke toestand. Houd er reke-
ning mee dat de gegevens afhankelijk
van de lading en buitentemperatuur
lichtjes kunnen variëren.
1. Pomp de bodemkamer
ste zijkamers
,
stevig aanvoelen en er geen plooien meer in
het materiaal te zien zijn.
met de betreffende
,
met de
,
met de
en de beide onder-
zodanig open, dat ze
Opmerking: Bij het drukken met de duim op
de betreffende luchtkamer moet ze nog gemak-
kelijk ingedrukt kunnen worden.
2. Om de bedrijfsdruk van de beide bovenste
zijkamers
,
te controleren, legt u de con-
troleliniaal (11) over de maatstreep (1h) aan
de binnenzijde van de betreffende bovenste
luchtkamer (afb. N).
De onderste pijl en de 0 op de controleliniaal
(11) moeten elkaar met de onderste pijl en de
0 op de maatstreep (1h) overlappen.
3. Wanneer het artikel voor het eerst opgepompt
wordt, mag de 10 op de maatstreep (1h)
NIET positie A op de controleliniaal (11)
overschrijden.
Opmerking: De 10 op de maatstreep (1h)
geeft de maximale uitzetting van de luchtkamers
aan.
4. Wanneer het artikel herhaaldelijk opgepompt
wordt, moet de 10 van de maatstreep (1h)
tussen positie A en positie 10 van de controle-
liniaal (11) liggen.
Accessoires aanbrengen
Opmerking: De touwen van de plunjezak en
stoel beveiligt u met een kruisknoop (afb. C).
Voorste stoel bevestigen (afb. D)
1. Pomp alle luchtkamers van de voorste stoel
(3) op totdat ze stevig aanvoelen en laat de
ventielen verzinken.
2. Plaats de zitting tussen de beide bovenste
zijkamers
,
, opdat een vaste stand van
de stoel gegarandeerd is.
Opmerking: De klittenbandstrips op de rug-
leuning van de voorste stoel (3) moeten naar het
achtersteven (1f) wijzen.
3. Bevestig de stoel met het touw 80 cm (9b)
aan de krammetjes (1a) van de bodemkamer
(afb. D) met een kruisknoop (afb. C).
4. Bevestig de rugleuning van de stoel (3) aan
de knopen (1b) van de beide onderste zijka-
mers
,
met de aan de boot bevestigde
elastieken, zodat er een zigzagpatroon
ontstaat (afb. E).
NL/BE
33
Publicité
