b) Sturing via externe spanningsbron
De voeding kan met een externe spanningsbron van 0 tot 5V/DC over het gehele bereik voor spanning
en stroom op afstand worden bediend.
Voor het vervangen gaat u als volgt te werk:
Verbind de aansluitleidingen van de Remote-bus zoals afgebeeld:
V
Spanningsinstelling "V"
• Aansluiting 2 tot pluspool (+) van de
externe stuurspanning.
• Aansluiting 4 tot minpool (-) van de
externe spanningsbron.
De spanning op de aansluiting van de afstandsbediening mag 5 V niet overschrijden
De aansluitingen mogen niet worden kortgesloten.
1. Schakel de eenheid uit en sluit vervolgens de externe aansluiting
aan op de afstandsbediening terminal Remote Control. Schroef de
buitenste bevestigingsring vast.
2. Regel de spanning van de externe spanningsbron op 0 V.
3. Schakel uw voeding in.
4. Zet de keuzeschakelaar MODE (8) aan de achterzijde in de Remote
Ctrl positie. De controlelamp REAR CONTROL (2) brandt.
5. Via een externe spanningsbron kan nu de gewenste uitgangswaarde
worden ingesteld. Controleer het totale instelbereik op haar correcte
werking. De uitgangsspanning kan op het display worden gecontroleerd.
Sluit de achterste terminals MAIN OUTPUT (7) kort met een voldoende dikke kabel voor het
controleren van de stroom controle (ten minste 8 mm
haar correcte werking.
Als deze afstandsbediening functie niet langer nodig is, zet u de keuzeschakelaar MODE (8) op de
Normal positie.
128
Stroominstelling "I":
• Aansluiting 3 tot pluspool (+) van de
externe stuurspanning.
• Aansluiting 4 tot minpool (-) van de
externe spanningsbron.
). Controleer het totale instelbereik op
2