Montagehandleiding
2. Montage cabine
LET OP!
Neem de plattegrond op pagina 10 en de afbeeldingen vanaf pagina 9
in acht.
2.1. Montage voeten
Leg de impregneerde standvoeten [1,33] op de fundering (zie pagina 9) zoals
aangegeven in de afbeelding (zie pagina 12). Zet deze voorlopig vast met twee
duigen [3a].
De standvoeten moeten parallel worden gemonteerd.
Stroomtoevoer in acht nemen!
2.2. Montage vatduigen
Begin met het leggen van de onderste duig [2] (met afvoer – zie pagina 13).
De duigen worden altijd met de afronding omhoog in elkaar gestoken.
Breng telkens 5 duigen [3a] links en rechts aan en schroef deze op de stand-
voeten. Let erop dat er geen spleet tussen de duigen zichtbaar is.
2.3. Montage voor- en achterwand
Monteer de afzonderlijke delen van de voorwand [7a,b,c,d, 31] aan elkaar (zie
pagina 14).
Plaats de wanden in de groef van de duigen. Controleer de loodrechte uitlijning
met de waterpas, en zet deze tijdelijk vast met twee duigen.
LET OP - GLASBREUK!
Bij het glaselement[39] mogen de schroeven ALLEEN vlak worden inge-
draaid - verzonken schroeven kunnen glasbreuk veroorzaken.
Plaats het glaselement[39] op de achterwand[8] en zet het tijdelijk vast met twee
duigen. Monteer de afdeklijsten[40] binnen en buiten.
Voor de verlichting fixeer de houten lat[12] ca. 10 cm boven het vloer in het
midden aan de achterwand.
2.4. Voltooiing van het vat
Let op de plaatsing van de duigen met kabelgoot [3b]: 2 duigen onder
de banken (rij 10) - voor licht; 2 duigen voor vrij gebruik.
Monteer de resterende duigen. Bevestig deze vast met behulp van schroeven
op de voor- en achterwand.
Afsluiting van het vat: Gebruik de juiste combinatie van de geleverde vulset
(= duigen [4] met lijsten [5, 6])
Pag. 7/8
NL