Plaats de accu in de lader en wacht totdat er minimaal 1
groen lampje gaat branden (10 seconden). De accu kan
vervolgens op de motor worden geplaatst.
BELANGRIJK!
De accu op dit model is een veiligheidsonderdeel.
Er moeten altijd originele reserve-onderdelen worden
gebruikt.
Batterij opladen.
De accu heeft een eenvoudig af te lezen
spanningsindicator met LED-lampjes (1-4).
Indien de spanning te laag is (1 of 0 LED-lampjes
branden), plaatst u de accu in de lader en sluit u deze aan
op een contactdoos (220V, 50Hz).
Een lege accu wordt in ongeveer 60 minuten opgeladen.
Snelladen van de accu voor kortere periodes zal geen
schade opleveren.
Indicatielampje op
accu.
Constant brandend
rood lampje
Knipperend rood
lampje
Constant brandend
groen lampje
Knipperend rood en
groen lampje
Bougie
LET OP! Gebruik steeds het correcte bougietype!
Andere types kunnen de zuiger/cilinder beschadigen.
•
Als het vermogen van de machine laag is, als de
machine moeilijk start of ongelijk stationair loopt:
controleer altijd eerst de bougie voor u andere
maatregelen neemt.
•
Maak de bougie schoon als deze vuil is en controleer
de afstand tussen de elektroden. Zie de sectie
120 – Dutch
ONDERHOUD
Oorzaak
Accu wordt
opgeladen.
Accu is te warm en
wordt opgeladen
zodra de juiste
temperatuur is
bereikt.
De batterij is volledig
geladen.
Accu is beschadigd
en moet worden
vervangen.
"Technische gegevens" voor meer informatie. Vervang
indien nodig.
Afstellen van aandrijfriem
Als de aandrijving traag voelt, is er mogelijk sprake van
een slippende koppeling. In dat geval moet de
koppelingskabel worden afgesteld.
Stel de draad nauwkeurig af met de afstelschroef.
•
Om de draad te spannen en het toerental te verhogen,
draait u de afstelschroef linksom.
Variabel toerental
(LC347V, LC347VI, LC353V,LC353VI)
Pas het toerental van bovenstaande modellen aan door
de bedieningshendel naar achteren te plaatsen voor
langzame aandrijving en naar voren voor een snelle
aandrijving. Let op: de laagste stand kan alleen worden
ingeschakeld wanneer de machine draait. Als de machine
draait en de laagste stand niet kan worden ingeschakeld,
moet de bediening worden afgesteld door de stelschroef
los te draaien.
Zorg ervoor dat de draden niet te strak zijn gespannen.
Als de gazonmaaier begint te rijden zonder dat de
koppelingshendel wordt bediend, dient u de draad te
verlengen.
•
Om de draad te spannen en het toerental te verlagen,
draait u de afstelschroef rechtsom.
Als de aandrijving nog steeds langzaam voelt, moet de
riem worden vervangen. Neem contact op met een
erkende servicedealer.
Luchtfilter
•
Demonteer het cilinderdeksel en verwijder het filter.
•
Na een lange gebruiksperiode kan het luchtfilter niet
meer worden gereinigd. Daarom moet het filter
regelmatig vervangen worden. Een beschadigd
luchtfilter moet altijd vervangen worden.
•
Bij montage moet u ervoor zorgen dat het luchtfilter
helemaal aansluit op de filterhouder.