INBUSBOUT RECHTSOM STEVIG VASTDRAAIT. (zie
afb. 16)
Vergeet niet tijdens het verwisselen van het zaagblad ook
de bovenste en onderste beschermkappen te ontdoen
van opgehoopte houtsnippers en spaanders. Ondanks
dergelijk onderhoud blijft het noodzakelijk de werking van
de onderste beschermpak voor ieder gebruik te
controleren.
Opbergplaats van de inbussleutel (zie
afb. 17)
Wanneer u de inbussleutel niet gebruikt, bergt u deze op
de plaats aangegeven in de afbeelding op, om te
voorkomen dat deze wordt verloren.
Aansluiten op een stofzuiger
Los verkrijgbaar (zie afb. 18 en 19)
Wanneer u tijdens het zagen schoon wilt werken, sluit u
een Makita-stofzuiger aan op uw gereedschap. Monteer
de stofafzuigaansluitmond op het gereedschap met
behulp van de schroef. Sluit vervolgens de
stofzuigerslang aan op de stofafzuigaansluitmond, zoals
aangegeven in de afbeelding.
BEDIENING
LET OP:
• Steek de accu altijd zo ver mogelijk in het gereedschap
totdat deze met een klik wordt vergrendeld. Als u het
rode deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is
de accu niet goed aangebracht. Steek de accu zo ver
mogelijk erin tot het rode deel niet meer zichtbaar is.
Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
• Duw het gereedschap voorzichtig in een rechte lijn
naar voren. Als u het gereedschap dwing of verdraait,
zal de motor oververhit raken en het gereedschap
gevaarlijk terugslaan waardoor ernstig letsel kan
worden veroorzaakt.
• Als het gereedschap continu wordt bediend totdat de
accu leeg is, laat u het gereedschap gedurende 15
minuten liggen alvorens verder te werken met een volle
accu. (zie afb. 20)
Houd het gereedschap stevig vast. Het gereedschap is
voorzien van zowel een voorhandgreep als een
achterhandgreep. Gebruik beide om het gereedschap zo
goed mogelijk vast te houden. Als u de cirkelzaag met
beide handen vasthoudt, kunt u nooit in uw handen
zagen. Plaats eerst de zool op het werkstuk dat u wilt
zagen, zonder dat het zaagblad het werkstuk raakt.
Schakel vervolgens het gereedschap in en wacht totdat
het zaagblad op volle snelheid draait. Duw het
gereedschap nu gewoon naar voren over het oppervlak
van het werkstuk, houd het daarbij vlak, en duw
gelijkmatig totdat het zagen klaar is.
Zorg voor een schone zaagsnede voor een rechte
zaaglijn en een constante voortgaande snelheid. Als de
zaagsnede niet verloopt volgens de voorgenomen
zaaglijn, mag u niet proberen het gereedschap iets te
draaien of te dwingen terug te keren naar de zaaglijn. Als
u dit doet, kan het zaagblad vastlopen en een gevaarlijke
terugslag optreden met mogelijk ernstig persoonlijk letsel
tot gevolg. Laat de aan/uit-schakelaar los, wacht tot het
zaagblad tot stilstand is gekomen en trek vervolgens het
gereedschap terug. Lijn het gereedschap opnieuw uit met
een nieuwe zaaglijn en begin weer te zagen. Probeer te
vermijden dat door de positie van het gereedschap de
gebruiker wordt blootgesteld aan zaagsel en spaanders
die door het gereedschap worden uitgeworpen. Gebruik
oogbescherming om verwonding te voorkomen.
Breedtegeleider (liniaal) (los verkrijgbaar)
(zie afb. 21)
Met de handige breedtegeleider kunt u extra nauwkeurig
recht zagen. Schuif gewoon de breedtegeleider strak
tegen de zijkant van het werkstuk en zet deze op zijn
plaats vast met behulp van de schroef op de voorkant van
de zool van het gereedschap. Op deze manier is het
tevens mogelijk een zaagbeweging te herhalen met
identieke breedte.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd, voordat u een inspectie of
onderhoud uitvoert.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
De nauwkeurigheid van de zaaghoeken
90° (verticaal) instellen
Deze instelling is reeds in de fabriek gemaakt. Maar als
dit niet meer juist is, draait u de instelbouten met een
inbussleutel terwijl u de zaaghoek van 90° tussen het
zaagblad en de zool van het gereedschap controleert met
behulp van een winkelhaak, geodriehoek, enz. (zie
afb. 22 en 23)
De koolborstels vervangen (zie afb. 24)
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig.
Vervang deze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
zijn afgesleten. Houd de koolborstels schoon en zorg
ervoor dat ze vrij kunnen bewegen in de houders.
Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden
vervangen. Gebruik alleen identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen.
Haal de versleten koolborstels eruit, plaats de nieuwe
erin, en zet de koolborsteldoppen goed vast. (zie afb. 25)
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
39